- 17 -
Zoals U weet, moest een deel der beantwoording van aflevering
9 blijven liggen. Hier volgt het.
Beantwoording Woorden, Uitdrukkingen, Zegswijzen.
(vervolg van afl. 9, p. 12-18).
(bij nr 12) AantIer.: brokkepap onbekend, wel broodpap
(bij nr 21) Aant. KplDe (spottende) afscheidsgroet: Goeie
reize en deurnat tnus ook te Kpl. bekend.
(bij nr 27De uitdrukking I mikt 'n bewegige as lerooi ook
te Kpl.
(bij nr 28) Bij op de loop gae: op hol slaan is door Kpl.
aangetekend: achteruut is op de loop.
Wat is de betekenis van dit gezegde
(bij 32b.) Aant. Ier. Vroeger at men dèrmstropievet (dèrmvet
met stroop vermengd op de boterham; ook van kruf-
fet werd stropievet gemaakt. Dit was minder
zwaar dan dèrmstropievet
kruffet of krupvet is de Zuid-Bevelandse naam voor uit de
kruppen (varkensribjes en ander klein vlees van de slacht)
gebraden spekvet. Elders in Zeeland sprak men van kripvet
(kriffeten krippen (zie W.Z.D. 505).
(bij 33a.) Aant. Ier. De vorm poteren (in je neuze) onbekend,
men zegt koeteren, of, als in *t nederlands, peute
ren.
Opm. Hierbij noemt Kpl. punnikendat in Zeeland
alg. in gebruik is (zie W.Z.D. 757).
(bij 3^cOok te Ier is aerepelscheldertje bekend.
(bij 35b.) Hierbij tekent Ier aan: mijn grootvader gebruikte
als pupekoter een bepaald beentje van konijn of
haaswaaraan een punt was gemaaktHet werd aan
de binnenkant van het tabaksdoosdekje, in een daar
toe aangelast beugeltje gestoken. Voor hetzelfde
doel diende een hoefijzerspijker, die op dezelfde
plaats werd bewaard.
Vragen: a. Kent men ook elders het gebruik van zo'n konijne-
of hazebotje als pupekoter
b. welk botje was dat precies, of welk gebruikte men
bij voorkeur