- 18 -
c. Hoe werd de hoefijzerspijker in dialect genoemd?
d. Kent men ook elders het gebruik van zo'n spijker
als pupekoter
e. Wat ma-akte juist de hoefijzerspijker in het bijzon
der geschikt voor pupekotei-
Antwoorden en Aantekeningen op "Nieuwe Bijdragen".
(zie Afl9, P- 19 v.)
A.
(bij nr 1opg. Obg. gerêêsnel achter elkaar, werd bevestigd
door Kpl.; Mtd.
AantGdr. kent de term niet, maar wijst op: Da's gerêêd:
alles is op, gezegd van het eten, een uitdrukking
die m.i. veel dichter staat bij (op )rêêën opruimen,
aan kant doen (zie W.Z.D. 668).
(bij nr 2opg. Ier. a. Ie deugt d'11 'ond z'n kont nie: bev.d.
KwdKpl.; met een kleine variant: d'n hond in (=en)
z'n kont nietMdhSmd
bIe'outer z'n luie kont op: zit maar te
luieren, bev.d. Vwp.; Kpl.; Variant Mdh.; Smd.: Hie
zit mar op z'n luie kont.
Aant. Mtd. kent b., maar in de betekenis, dat iemand iets
tracht te verbergen, vast te houden.
(bij nr 3) opg. Ier. Wérken dat je gat klapt: bev.d. Kwd.; Mdh.;
Smd. Variant Kn: werken dat je kont kraekt
Variant Gdr: loape dat je gat klapt.
(bij nr k) opg. Vwp. a. omzegenen; b. omvarrezegenenomvallen,
bevd Mtd.Gdr
Inzendster tekende hierbij aan: langzamer dan omkap
pen en omstuken; Mtd. illustreert dit met een spre
kend voorbeeld, van een voer hooi dat niet goed ge
laden, en dus topzwaar is. "In den dam" d.w.z. bij de
overgang van weiland naar de weg, waar de wagen dus
zijn draai moet nemen, gaat het mis: "Jae. 't gieng
êêst goed, mae in d'n dam, dè zegende't omyarre".
(bij nr 5) opg. Ier. Dat is de kwater, niet bevestigd.