- 7 -
ingenomen, dat de ontwikkeling van het agrarisch bedrijf
niet onnodig belemmerd mag worden door de monumentenzorg.
Dit standpunt wordt ook elders naar voren gebracht en is in
zijn algemeenheid stellig juist. Maar bij het nemen van de
eindbeslissing in deze dienen allerlei factoren mee te tel
len, zoals: de aard en de omvang van het bedrijf en zijn
economische positie; de mate, waarin de opstallen een posi
tieve of actieve rol kunnen vervullen voor de recreatie en
de eigenaar dus neven-inkomsten kan trekken uit verhuur aan
zomergasten; hiermee annex: hoe kan een boerenhoeve op de
meest efficiënte manier aan de recreatie worden aangepast,
en hoe moet bijvoorbeeld een kampeerschuur er uit zien.
Welke elementen zijn essentieel voor het monumentale as
pect, en welke secundair.
Zo was het misschien mogelijk geweest de laatste stelphoeve
op Schouwen na de ramp in 1953 nog op verantwoorde wijze te
restaureren
- Het behoud van interessante dorps- en stadskernen.
Bijvoorbeeld: die van Borssele of van het kasteeldorp Baar
land; de haven met bijbehorende kaaibebouwing te Goes, met
gebouwen als het museum en het pand, waarin de laatstfunge-
rende getijmolen in Nederland was ondergebracht, omringd
door huizen, die in de kern bijna alle 16e eeuws zijn; het
St. Domuskwartier te Zierikzee; de situatie Bellamypark-
Nieuwendijk te Vlissingen; en vooral de stad Hulst, waar de
stadskern ernstig gevaar loopt door de voorgenomen "aanpas
sing aan de tijd": een vierde doorbraak door de wallen, ver
harding van alle bastions, een ringweg en parkeerterreinen
binnen de wallen, een doorbraak over het belangrijke binnen
terrein achter de Steenstraat ter hoogte van de Réfugié van
Ter Duine en tenslotte een raadhuisuitbreiding met hoogbouw,
die het stadsgezicht vanaf de wallen gaat verstoren.
- Het verzachten en compenseren van de schade, die ontstaat
door de uitvoering van de Deltawerken, door de steeds verder
voortschrijdende industrialisatie en door de ruilverkavelin
gen. (bv. in de Poel).
- Een goede en wetenschappelijk gefundeerde voorlichting van
het publiek, zodat de bevolking haar eigen monumenten leert
kennen en waarderen in hun historische betekenis, en gaat
meeleven met hun lotgevallen. Monumentenzorg kan slechts