- 21 - Aan de zeer bekwame Britse minister van buitenlandse zaken, Palmerston, hebben we te danken, dat door het artikel 9 van het tractaat van 19 april 1839 een zo goed mogelijk resultaat - in deze omstandigheden - werd bereikt. Er zijn natuurlijk allerlei mogelijkheden van interpreta tie, zo over paragraaf 8 van artikel 9 dat luidt Indien natuurlijke gebeurtenissen of werken van kunst de in het onderhavig artikel aangewezen wegen voor de scheepvaart voor het vervolg onbruikbaar mochten maken, zal de Nederlandse regering aan de Belgische scheepvaart, ter vervanging der ge zegde onbruikbaar geworden wegen voor de scheepvaartandere zodanige wegen aanwijzen, die even veilig en even goed en ge makkelijk zijn. Deze paragraaf is al direct gaan spelen toen er van afdammin gen van het Sloe en later van de Oosterschelde sprake was. Ter voldoening aan paragraaf 8 zijn toen de kanalen door Zuid- Beveland en Walcheren gegraven, die resp. gereed kwamen in 1866 en ca. 1870. De Kreekrakdam werd in 1867 voltooid en vier jaar later de Sloedam. Na het einde van de eerste wereldoorlog namen de Belgen geen genoegen meer met het kanaal door Zuid-Beveland, zij maakten aanspraak op een kanaal van Antwerpen naar de Moerdijk. Later zal men de oplossing voor de Antwerpse Rijnvaart gaan zoeken in een weg door Kreekrak en Eendracht. In het verdrag van 13 mei 1963 wordt het tracé van deze vaarweg tussen Schelde en Rijn vastgelegd. Thans - december 1968 - is het of er tussen Zuid-Beveland en Noord-Brabant een nieuwe wereld ontstaat. Het is ook de maand waarin officieel het verbrede kanaal van Ter- neuzen in gebruik wordt genomen. MPde Bruin

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1968 | | pagina 23