- 8 - wereld. Hier en daar wat "aangezet", maar zonder karikatuur te worden. "Bespieghelaer" doet zijn naam eer aan; hier is een "waarnemer" aan het woord, door-en-door kenner van het volkje, te midden waarvan hij van jongsaf woonde. Even iets over de taal, die nog al wat afwijkt van het platte- lands-walchers bewesten het kanaal, maar die zonder twijfel zorgvuldig is weergegeven. Opvallend is o.m. de verwaarlozing van de meervouds-n der znw.die "stads" aandoet, maar die evenzeer Arnemuids-Veersals Middelburgs is. Aan de andere kant doen vormen als ezeid, ewistebleve aan Zuid-Beveland denken, maar ze komen hier uit de Nieuwlands-Arnemuidse hoek, waar de taal evenals het kostuum nog altijd een bevelandse in slag toont. Wilt u de proef op de som? Leest u dan het opstel hierachter (p. 9) Anders dan "Bespieghelaer" is de schrijver van Kerzanse Ver- aolen oer-west-vlaming en dorpeling. Zijn wereld is Hoofdplaat- en-omgeving met zijn grote hoeven, de boeren met hun knechts, hun paarden, de besloten landbouwwereldte midden waarvan hij leefde en werkte. Ook hij heeft oog voor eigenaardigheden, voor "de humor van het geval". Maar het is hem vooral te doen om de jaarlijkse ronde van het boerenleven van zaaien en wieden, oogsten en ploegen, zoals hij dit in zijn jonge jaren heeft ge kend en nu uit de volheid van zijn herinnering voor ons open legt. In een persoonlijke spelling tracht hij de taal der "'Oofkrab- ben" zo dicht mogelijk te benaderen, er de cadans, de zangerig heid van weer te geven. De niet-zeeuws-vlaming, ook al is hij zeeuw, zal er wel wat moeite mee hebben. Maar wie niet met de ogen alleen, maar voor zichzelf ook met de lippen leest, is er gauw in en komt onder de bekoring van de beeldrijke, kleurige taal, waarin tal van typische uitdrukkingen zijn verwerkt. Beide bundels zijn keurig verzorgd uitgegeven. Bie ons op 't Durp verscheen bij J.C. en W. Altorffer te Middelburg; Kerzanse Veraolen bij W.J. Pieters te Oostburg. Jammer, dat de tekst niet geheel vrij is van zetfouten.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1969 | | pagina 10