- 5 -
name door gegevens te verstrekken over de economie, de cul
tuur en de militaire paraatheid.
Over Zeeland schrijft hij dan het volgende
Het graafschap Zeeland bestaat uit vele verschillende 'eilan
den; het is moeilijk de bijzonderheden van elk van hen te
beschrijven, want ze hebben zich vele malen .gewijzigd en op
nieuw verdeeld. Zozeer zelfs, dat er door de overstromingen
en de hevige aanvallen van de zee uit één eiland er vele zijn
ontstaan en ook omgekeerd uit meerdere eilanden er één is ge
worden. Verschillende plaatsen, stadjes en kastelen zijn door
deze overstromingen en door de heftige aanvallen van. wind on
water verloren gegaan, zoals we neg nader zullen vertellen.
Het voornaamste eiland heet Walcheren, dat rondom langs zijn
omtrek gemeten 10 mijlen groot is. Het is zeer vruchtbaar en
bezit vele welvarende grote steden en aardige dorpjes. De
voornaamste stad is Middelburg, de hoofdstad van het hele
graafschap. Zij is omgeven door een sterke muurpeen diepe en
brede gracht, die op zijn beurt weer door een muur is omringd,
hetgeen haar tot een goed verdedigde stad maakt. Er zijn mooie
straten, huizen, kapellen en kerken enkloosterswaaronder er
één is, dat dienst doet als vorstelijk verblijf, een prachtig
en koninklijk gebouw, toebehorend aan de Orde der Praemon-
stratensers. Het lichaam van koning Willem, graaf van Hol
land, werd naar dit klooster overgebracht door Floris V, zijn
zoon, die hem had gevonden in het gewest West Friesland toen
hij dit met wapengeweld had onderworpen en tegelijkertijd de
dood van zijn vader dapper had gewroken.
In een ander graf ligt hier ook het stoffelijk overschot van
koningin Isabella, de vrouw van koning Willem. De stad heeft
een gracht en een kanaal, dat uitkomt in het grote water, dat
rondom (het eiland) loopt, waarin zich vele grote schepen
verzamelen, die daar altijd in grote getale aanwezig zijn.
"El felicissimo viaje del muy alto y muy poderoso principe
don Felipe" por Juan Christobal Calvete de Estreila; "lo
publica la Sociedad de bibliofilos espagnoles". Madrid
1930, bewerkt door Miguel Artigas.