- k - Toorops vroegste grafiek is van omstreeks 1892 toen hij al meer dan tien jaar in het buitenland was werkzaam geweest en weer teruggekeerd naar Nederland. Over de sociale inslag in zijn werk is ook wel denigrerend gedaan, maar ieder verwerkt zijn indrukken op zijn manier. Hij heeft niet zo sterk als Henri van de Velde het accent op de dienende kunstop de gebruikskunst - de toepassing op kunstnijverheid - gelegd, al maakte hij "gebruiksdrukwerk". Het tekenen, schilderen en grafisch werk op zichzelf bleven toch zijn belangrijkste activiteiten. MPde Bruin EEN REISBRIEF UIT 1548. In het jaar 15^8 gaf keizer Karei V, ziek en der dagen zat, zijn zoon don Felipe, die in Spanje verbleef, opdracht naar de residentie Augsburg te komen. Deze reis van Philips groeide uit tot een demonstratie: een show voor geheel Europa van Spaanse macht, pracht en praal. Philips liet zich begeleiden door alle beroemdheden op mili tair, wetenschappelijk en kunstzinnig gebied, die Spanje op de been kon brengen. Onder hen bevond zich Juan Christobal Calvete de Estrella, die in 1552 (bij de uitgeverij Martin in Antwerpen) een boek het licht deed zien, genaamd EL FBLICISSIMO VIAJE DEL MUY ALTO Y MUY PODEROSO PRINCIPE DON PHILIPPE HIJO DEL EMPERADOR DON CARLOS QUINTO DESDE ESPANA A SUS TIERRAS DE LA BAXA ALEMANA CON LA DESCRIPCION DE TODOS LOS ESTADOS DE BRABANTE Y FLANDES. Of iets korter: De bijzon der goed geslaagde reis van de hooggeplaatste en machtige vorst Don Philips, zoon van keizer Karei V, vanuit Spanje naar zijn gebieden in Neder-Duitsland, met beschrijving van alle staten van Brabant en Vlaanderen. De schrijver, een verdienstelijk geleerde, geboren te Sari- nena maakte in 15^7 deel uit van de Cortes van Monzon. (par lement), echter niet als afgevaardigde maar als dienaar van het Koninklijk Huis. In deze hoedanigheid begeleidde hij ook het volgend jaar Philips op zijn spectaculaire reis. Het doel van zijn reisboek was de Spanjaarden belangstelling bij te brengen voor deze nieuwe gewesten van hun rijk met

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1969 | | pagina 6