- 27 - bizBulletin opkloppen (riet -) zie art. Bietdekken 8 6 opraepe(n) verzinnen 15 7 idem '17 9 onwer oe 'oe gekker, in bet. hoe langer, hoe gekker) 15 I 7 idem 27 9 overgoten (de «vind wordt -)spreuk 23 11 overloop 'n - vriezen), zie bij stêêndik 26 j 11 oziestrekken (zie bij H: oziestrekken) 31 1.1 ozingsikkel sikkel gebr. bij het rietdekken (met afb.) zie art. Rietdekken 7 6, P. paddenals weervoorspellers 28 11 paepekoppen: scheldnaam 's Heerenhoek 31 7 paeskaesse (paaskaars): weerspreuk m. - 1? 7 Paesse weerspreuken met - 5;6 9 idem 1'+;22 i 10 idem 23 11 paling (pillik)als weervoorspeller 28 11 Palmzondag weerspreuk met - 2'f 11 panneschieters scheldnaam mussen, duiven (zie dekschietersj 31 I 11 papfreters scheldnaam Groede 21 5 papkoppen (ovezandse -) scheldnm. Ovezande (zie ook klompendorp) H'! 5 peelanders scheldnaam Hoord-Beveland j 25 idem 21 5 peererood 31 11 peeslik slijk tijdens de suikerbietenoogst 31 11 pekel'aerienk -lingte zegswijze met - 31 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1969 | | pagina 29