- 30 -
blz
Bulletin
regen (- uut d'n óósten....): weerspreuk
7
9
idem
16
10
idem
23
11
regen (gêên gêên ruste)
26
11
regentje 'n - vö de preek....) weersureuk
19
10
regenbak ('t vriest in de -)
26
11
regenverdriet, zie bij Margriet (St.): weer
spreuken
5
9
idem
ik
10
reiger, als weervoorsneller
22
10
riefdek schuin rietdak, zie art. Eietdekken
8
6
riengk (- rond de maene): weerspreuk
6
9
idem (- rond de zonne, zunne)
15; 21
10
Eietdekken art. M. Verkruysse-Herrebout
6-9
6
rietduifje
30
11
rieven van riet. zie art. Eietdekken
8
6
rik 'n kouwe -), als sneeuwvoorspeller
26
11
roelientje leidsel van het roenaard
31
11
idem meetlijn van roeden land
31
11
rogeters scheldnaam Oud-Heile (deel van bij
Sluis gevoegde Heille)
21
5
róók (neerslaande -) voorspelt slecht weer
2?
11
rote (van de blindêspelen)blind domineren
31
11
roten: landbouwterm on een rij zaaien,
planten
31
11
idem (de bêêten beginnen te roten
bovenkomen (op een rij)
31
11
rullebulle(n)
19
9
idem
19
11
ruugbos, rugebos ongezeggelijk kind
19
9
idem en ruugbol
19 I
11