MOLESTS
- 19 -
Jkvr. S. Collot d'Escury, De molens van Zeeuwsch-VTaanderen,
Amsterdam, 1927.
M. van Hoogstraten, De molens van Zeeland, Middelburg, 1964.
A. Visene, Molens in Hulsterambacht, jaarboek 1931 van de Oudheid
kundige kring "De vier Ambachten".
Chr. Deveyt, Westvlsamse windmolens, Brugge, 1966.
Geschiedenis van de bouwkunst in Middelburg.
Het ontstaan van Middelburg zoeken we in de na-Karolingische tijd
900. De eerste nederzetting' zal zeer' primitief geweest zijn. Wonin
gen van palen met vlechtwerk en een rieten dak. Ligging op een natuur
lijke hoogte in het landschap, daar het zeewater wegens het gemis aan
dijken zo nu en dan het laag gelegen schorrengebied overstroomt.
Omgeven met palissaden en een aarden wal wordt deze nederzetting ook
een toevluchtsoord wanneer vijandelijke benden (Boormannen) het land
afstropen. Er waren meer van deze verdedigde nederzettingen, o.a. Sou
burg en Domburg; daar tussen in Middelburg.
Reeds 1100 wordt Middelburg als markt- en stapelplaats genoemd.
In 1217 werden stadsrechten verleend. De cmvang van de stad- de burcht-
was toen echter nog maar zeer beperkt (een gebied met een middellijn
van 300 meter)Aan de Oostzijde werd deze burcht waarschijnlijk be
grensd door de Portelinge, die ter plaatse van de huidige St. Pieter
straat zijn bedding had, en aan de zuidzijde beschermd door een gedol
ven gracht (de Delft). Binnen de burcht slechts enkele stenen gebouwen,
zoals kerk en 's Gravensteen.
In 1254 werden de stadsrechten uitgebreid. Behalve enkele kleinere
uitbreidingen in de 14e eeuw is hiermede de middeleeuwse stadsgrootte
gegeven. In de 16e eeuw wordt de stad nog enkele malen uitgebreid.
Handel en industrie zijn de grote impulsen. De stadsuitbreiding vindt
plaats aan de hand van een ontwerp van de italiaanse architekten Donati
di Boni en Allesandro Pasqualini. Zij zijn de ontwerpers van prachtige
stervormige verdedigingswerken zoals deze in de renaissance overal wer
den toegepast. Het gebied van de stad was nu voldoende om de ontwikke
ling van de 17e en 18e eeuw op te vangen. Badien gestage achteruitgang.
In 1860 werd onherstelbare schade aan de stad toegebracht door de
aanleg van het kanaal door Walcheren (sloop Vlissingse poort). Ook in
1940 werd een gedeelte van de stad verwoest. Juist in het hart van de