- 6 -
Bronstijd: ca. 1500 v. Chr. - 700 v. Chr.
Late Steentijd: (Ueolithicum) ca. 4000 - 1500 v. Chr. (Landbouw aar
dewerk)
Midden Steentijd:(Mesolithicum) ca. 8100 - 4000 v. Chr.(nog geen
landbouw nog
geen aardewerk)
Oude Steentijd: (Paleolithicum) ouder dan ca. 8100 v. Chr.
Het kustgebied van Uederland waartoe de provincie Zeeland behoort,
heeft in tegenstelling toit vele, boven het zeeniveau gelegen streken
in het oosten, midden en zuiden van ons land gedurende het Höloceen
aanzienlijke geologische veranderingen ondergaan, die voor een groot
deel zijn toe te schrijven aan een relatieve rijzing van de zeespiegel.
Het Pleistoceen werd hier - met uitzondering van een klein deel van
Zeeuwsch-Vlaanderen - afgedekt met een dik pakket, overwegende mariene
afzettingen. (Marien: door de zee; fluviatieldoor de rivieren).
Blijkens talrijke moderne onderzoekingen is de mariene sedimentatie
sedimentatie afzetting) niet continue verlopen, maar wisselden pe
rioden van betrekkelijke rust (regressie) af met perioden waarin de
zee tijdelijk meer aan invloed won transgressie)
Deze ontwikkeling is in grote mate bepalend geweest voor de bewonings-
geschiedenis van het kustgebied, welke zich voornamelijk in het Holo-
ceen heeft afgespeeld. De bewoonbaarheid van het land blijkt hier vroe
ger nauw te hebben samengehangen met de perioden van rust, althans
voordat men begon met de aanleg van dijken omstreeks de 11 de 12 de
eeuw. Vóór die tijd breekt de bewoning tijdens de transgressieperioden
vrijwel steeds af, tenzij men gebruik heeft gemaakt van natuurlijke
hoogten strandwallen, duinen, e.d.) of wel van kunstmatig verhoogde
woonsteden (terpen)
De aanwezigheid van jongere sedimenten in de vorm van klei, zand of
veen bemoeilijkt de ontdekking en het onderzoek van oude cultuurspo
ren in het kustgebied ten zeerste. Bovendien zijn door de dikwijls
eroderende werking van overstromingen en stormvloeden vele oude woon-
niveaus weggespoeld, zoals dat van het in zee verdwenen, uit de Ro
meinse tijd daterende, Hehalennia-heiligdom bij Domburg. eroderen,
erosiehet verschijnsel, dat een gedeelte van de aardkorst door wer
king van water, wind of andere natuurkrachten weggeslepen wordt).
Aan de andere kant betekent de aanwezigheid van de jongere sedimenten
voor de archeoloog niet zelden weer een voordeel, doordat standsporen