- 18 -
een gloeiend ijzerdraad in een ommezien uit had",
zodat de binnenkant mooi glad en overal even wijd
was
StamperNiet van vlierhout, dit was te zacht voor het doel.
(Door K. geen houtsoort genoemd, volgens andere in
zenders was iepenhout "olmenout"geschikt. De
stamper was uit één stuk (algemeen bevestigd).
Alleen bij gebruik van een ijzeren stamper (aldus
K.) werd er een houten uiteinde aan gemaakt. De
houten stamper werd eveneens geschild en op de goede
dikte gebracht om in de busse te passen; aan het
uiteinde werd een stuk op de oorspronkelijke dikte
en ongeschild gelaten.
ProppenBenodigd zijn twee proppen. Deze waren van hennep
(kemp), waarvoor je in K's jeugd bij een touwslager
in Da Groe (Groede) terecht kon, of van uitgeplozen
touw. Elders bijv. op Schouwen gebruikte je vlas-'
afval. Was er niets beters, dan behielp je je met
papier. Vereiste was in elk geval, dat de "grond
stof" vóór het gebruik geschikt werd gemaakt door
ze flink te kauwen. Was de eerste proppe voldoende
gekauwd, dan werd die in de busse gewerkt en met de
stamper doorgedrukt tot ze aan het eind goed klem
bleef zitten. Nu werd de tvjeede proppe "op maat"
gekauwd. Voor ook die naar binnen werd gedrukt
"bliezen we nog eens in de busse"de tweede proppe
werd er in gewerkt en, door het eind van de stamper
tegen de borst te zetten en de busse terug te halen,
de lucht tussen beide proppen samengeperst, waardoor
de voorste met een luide knal naar buiten vloog.
Hoe meer leven, hoe mooier.
De tweede proppe kwam zo op de plaats van de eerste
te zitten, de eerste werd opgezocht en op haar beurt
op de stamper gezet. Hoe langer in gebruik hoe glad
der en harder werden de proppen; het kwijtraken van
een afgeschoten prop was dus een groot verlies.
SpelenUitsluitend jongensspel. "Wé schoten om het verst,
of om het hoogst, bijv. aan de voet van de kerktoren
staande. Ook wel gewoon in de hand. Of een van de
jongens ging gebukt staan voor een "schutter", dat
heette "spangatj e"De prop, zo hard mogelijk tegen