- 28 - 57. Ok. 121 if) Da's onregel niet in orde, niet zoals hét hoort 58. Wmd(121^) de b oei opkraemen opruimen, netjes maken. 59* Ha. (1214) Anêêns gaf'n geweldig op schreeuwde hij geweldig (bij plotselinge pijn), éo. BnsA'k tied za'k 't wè's vó j opschreute opzoeken, opscharrelen. 61 aGdr(1214) osse-ooge klein raampje in de molenkap, b. elders (z. W.Z.D. 1010) noemt men dit ultebuf Kent u a., b., of beide? 62. Kwd. 121 ifOssepooten è(n) ruw, onbehouwen zijn. 63. Ier. (Buil. 14) Ulkeschelpe schelp van de wulk. BEANTWOORDING BULLETIN 15, WINTER 1970 pZh - 26 Vraag 1, ingezonden door drC. Kruyskamp betrof het gezegde in de vlucht zijn met iets in de betekenis ergens verlegen mee zijn, niet weten wat men er mee moet aanvangen, voorkomend in een lijst van zuid-beveland- se woorden en uitdrukkingen, bijeengebracht' door G.T. Callenfels (i860). Dit gezegde bleek noch bij de zuid-bevelandse inzen ders noch elders bekend. Naar aanleiding van de mogelijkheid, dat het onder de zeeuwse vissersbevolking in zwang zou zijn, daar het ook voorkomt in Van Lenneps Zeemanswoordenboek, ont vingen we het volgend commentaar van D.J. Sinke (Yer- seke) "hoewel ik van mijn dertiende tot mijn vijf tigste jaar onder Yersekse, Thoolse, Veerse, Bruinis- ser en Bergen-op-Zoomse vissers heb verkeerd, hoorde ik deze uitdrukking nooit gebruiken. Ook vissers van Philippine, Clinge, of Graauw gebruikten ze niet." Vraag 2 betrof de wijze van behuizing van de paardeknecht "paereknecht" n.a.v. het art. van mevr. J.C. Reitsma- d'Ancona in Z.Tijdschr. 1970 afl. 5 P- 155-160. "'t Paereknechtshuusje" en zijn bewoners op Schouwen- Duiveland

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1971 | | pagina 30