- 12 -
biznr
25. schutsköêien op Z.-Bev. zagen er in hoofdzaak uit
als onder dit nummer beschreven. Tot omstr. 1900
had bijna elke Z.-Bev. gemeente een schutskêoie;
ze stonden dikwijls bij de vaete.
Bulletin 1^-H, Nieuwe Opgaven II. blz. 35-37. Hiervan zijn
te Kwd. bekend
35-1- 't Van eiers mêêke de boel op stelten zetten.
3Ajje daerop vrachte mot, dan eije nog 'n énde
dan kan het nog lang duren.
3610ab.c'n potje koud; slecht weerlekker
maar dit gebruik van "potje" als versterkend bw.
aldus inzender, "doet hier nieuw-modisch aan."
Opmerking redactie "'n potje" in deze functie
niet bij Vdn Dale. Is het een na-oorlogs "mode
woord" Ook buiten Zeeland
Nalezing De Boo 2. Naar aanleiding van Buil.
blz. 3k, nr. 27. omtrent onderdelen v.d. klapspuite
meldt De Boo nog
De pup (het merg) werd uit de vlêêroute spuite ge
haald met een haaknaald, of scherp gebogen ijzer-
draad. Dit had voorkeur boven het "uutbrannen" met
een gloeiend ijzerdraad door de smid, want dan werd
de binnenkant minder glad. Zo rond 1930 gold de
stamper uit hard hout, rond gesneden met een mes en
geschraapt met stukjes glas, en met een "handvat"
van vlêêr'out voor ouderwets. De nieuwerwetse stam
per "zoals we die haast allemaal zelf maakten" be
stond uit een grote spijker, waarvan de kop op ce
ment en steen werd bijgevijld, tot ze precies in de
klapspuite paste. De punt van de spijker werd in een
handvat van hard hout (peren, meidoorn) gedreven.
Het kwam ook voordat de stamper geheel uit hard
hout werd gesneden.
Het "knauwen" van de proppe en de hygiëne
De proppeflink geknauwd uit oud krantenpapier werd,
als je alléén aan het schieten was, opgezocht, weer