- 14 -
Opmerking De vorengenoemde betekenis van kappe is in
W.Z.D. niet vermeld.
Daarentegen geeft art. kappe 1. (W.Z.D. 407een
aantal vaste uitdrukkingen, als "de kappe 2ette(n)",
"z'is op d'r kappe-sondags" en "kap(pe) en keuvel
d'r an waege(n)", die aangeven, dat 1e de verbreiding
van het woord zich zowel over de Z.eil. als Z.V.W.,
L.v.Ax. uitstrekte en 2e dat het oorspronkelijk werd
gebruikt voor de bovenmuts, resp. de gehele hoofdtooi
van de Zeeuwse vrouwen. We hebben dus met de benaming
kappe voor een uit 'n lap stof gemaakte werkmuts der
Kadzandse arbeidersvrouwen te doen met een typisch
staaltje van "verachtering" van een woord. Wanneer is
moeilijk na te gaan, maar er moet een tijd zijn ge
weest, dat de naam kappe "uit de mode" ging en plaats
maakte voor mutse musseauste)Was misschien muts(e)
eens in gebruik voor de hoofdbekleding der stadse dames
en is deze naam als "deftiger" dan kappe op den duur
door het platteland overgenomen
Tenslotte zij nog vermeld, dat bommenet (muts van fabrieks-
kant) ook in L.v.Kadzand werd gedragen, dit ter aanvul
ling van art. bommenet W.Z.D. 123.
Buil. 16 blz. 6. naar aanleiding van hetgeen aldaar is opgemerkt
omtrent de uitspraak in schouws dialect van gehaakte
muts, tekent Dsr. op men zegt d'aekte auste.
Buil. 16 blz.17. In aansluiting met de vraag om toelichting om
trent arkemeldt A.L. Schrier (Kpl-Bzl) dat dergelijke
bouwsels nog hier en daar op Z.-Bev. voorkomen o.a. bij
Jan Lokerse te Heinkenszand
Door D. Dekker wordt opgetekend, dat de arke op het hof
te Hoofdplaat uitsluitend diende tot het bergen van
vlas en andere veldvruchten. Ze werden daar opgetast
als de schure vul gemend was.
J.J. Rosseel (Adb.) kent met name d'oóiarken. Ze ston
den op verscheidene hofsteden, meestal bij de mest
vaalt tegenover de schuur
Behalve d'arke kon 't 'óóp'of dienst doen als berging
voor de oogst als de schuur vol was. Zo'n 'óop'of, al
dus Dekker, lag op 'n lapje weie of boogerd, rondom in