- 7 -
toch een wezenlijk element vormt in de nederzetting. Moei
lijker wordt het als we denken aan de op een bepaalde afstand
van de nederzetting gelegen kastelen: St. Maartensdijk, West-
Souburg e.a. "Totaal onduidelijk is de eventuele invloed die
de meeste overige nederzettingen in vorige eeuwen hebben on
dergaan van een'nabijgelegen adellijk huis. De term kasteel
is in dit verband overigens veelal een te weidse aanduiding
van wat meestal niet meer was dan een versterkte boerderij.
Van een eventuele invloed in sociale zin schijnt tenslotte in
Zeeland weinig sprake te zijn geweesst."
Vliedbergen
Over de vliedbergen is al zoveel geschreven, dat we kunnen
volstaan met de opmerking dat zij veelal het oudste element
in de nederzetting vormen.
Nederzettingstypen
Heslinga onderscheidt gegroeide en geplande dorpen.
1. Gegroeide dorpen, ouderdom: onduidelijk; ontstaan: enkele
landbouwers; grens: gegroeid; vorm: onregelmatige platte
grond; verkaveling: meervoudig systeem.
2. Geplande dorpen, vaak exact te dateren; systematische
ontginning, grens bij het begin vastgesteld; regelmatige
plattegrond; enkelvoudig systeem van verkaveling.
Typen:
Burgnederzettingen circa 900:
Domburg, Oost-Souburg, Middelburg, Burgh (Schouwen), Aarden
burg en Oostburg kunnen wij er allicht ook toe rekenen.
Plattegronden van bijvoorbeeld Middelburg, Souburg en Burgh
laten ons niet in het onzekere.
Kingdorpen
Na de burgnederzettingen komen de ringdorpen waarvan De
Klerk aanneemt dat zij tussen 950 a 1000 en circa 1100, al
thans een aantal ervan, kunnen zijn ontstaan. Hij wil liever