over voorlopers van de huidige ringdorpen waarvan we niets weten, maar uitgegaan is van de veronderstelling van een zekere concentratie van bewoning omstreeks 950 a 1000'. Dekker heeft bestreden - dat primair de kerk het oudste ele ment moet zijn in tegenstelling tot de woonkern, want dè kerk kan pas in stand worden gehouden als er mensen zijn, waarbij de wegen een belangrijk element vormen voor de plaats van de kerk. Een ringdorp is eenvoudig een dorp met een om een rond plein geconcentreerde aanleg. De Klerk heeft plattegronden opgenomen van Dreischor als ringdorp en het Groningse terpdorp Spijk en de overeenkomst, is hoogst opmerkelijk. Bij de ringdorpen - het zij min of meer gezegd - doet zich nog het probleem van de kip of het ei voor, wat was er eerder: de weg of het dorp. De ontginners kunnen al degelijk bij de vestiging met een toekomstige kerk rekening hebben gehouden. De Klerk houdt rekening met andere bewoningselementenin de vorm van terpjes (al of niet in de kromming van de weg), die mede de plaats van de nederzetting hebben bepaald. Voorstraatdorpen Voorstraatdorpen (oudste 15© eeuw, jongste 18e eeuw) liggen alle in jongere en jonge polders. Zij zijn de meest eenvou dige nederzettingen. Soms schuin maar .meestal staat de straat loodrecht op de dijk die de polder inloopt. Ze hebben dan ook de weinig orginele naam Voorstraat. De huizen concentreerden zich aan weerszijden van de Voorstraat. Men kan deze dorpen het beste bepalen door hun waterstaatkundige en verkeersgeo- grafische ligging. Het sluitgat van de inpoldering was het uitgangspunt, een buitendijks afgedamde geul die kon dienen voor een haven en indien nodig naar de vaargeul in de rivier. Het overtollige water kon vanwege het laagste punt het gemak kelijkst geloosd worden langs de vaargeul, tevens suatiegeul. Haven en dorp vormden het principe van de nederzetting. Ringstraatdorpen Dit type van ringstraatdorpendie het veelvuldigst voorkomen op Goeree- en Overflakkee, dateren uit de tweede helft'van de 15e eeuw ook op Schöuwen-Duiveland en Tholen. Latere voor beelden komen op Noord-Beveland en Walcheren voor.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1972 | | pagina 14