ANTWOORDBLADZIJDE 2. (Behorend "bij "Beantwoording Bulletin 17" p. 6-16) Ingevuld door te voor het dialect gesproken te Gaarne ingevuld terug vóór g1 januari 1973"Weststraat 11, Domburg. Aantekeningen (zo bij 1. Kent ge, in de bet.: een laatste bod doen, (als geg. d. Hp.) a. 't achterste van z'n toenge (tonge) laoten zieë(n) b. ie is leeg gebooj'n c. Ie eit z'n erte uutgespogen bij 5- Kent ge a. de benaming-zwêêtbêêsjes als door D. Dekker genoemd (zie ook de toelichting op p. 29) b. Kent men in Z.V.W. (of elders) de benaming ulevunster voor luikje boven in de grote mendeur (zie schetsje 2. P-30 c. Kent ge de mendeur met raampjes en kliehket (zie p. 5osc^-e"bsÓe Kent ge 't ulegat als op p. 30 bekend d. schetsje 1 bij 7- Kent ge "a 'k d'ookkaoje kriege gelegenheid, de kans de bij 27. Kent ge van de bedoelde varensoort de officiële naam bij 28. Kent ge 't Is 'n 'êêle krappe in de rekenienge, als door Ier. gegeven? Graag een voorbeeld met deze uitdr. bij 31Welke van de volg. namen kent ge voor drijfzand (waar je in wegzakt) a. klapzand; b. kwelzand; c. kwielzad; d. lóópzand; e. welzand (de U bekende naam of namen onderstrepen, a.u.b.) Indien U één of meer van bovenstaande namen kent voor zand, waaronder men bij graafwerk bedolven kan worden, wilt U die dan onder aantekeningen vermelden bij 36. Kent U a. 'k m'n maege overtuugd overladen b. k n m'n maege overvoerd nodig achterzijde gebruiken) VOOR VERVOLG VAR DEZE ANTWOORDBLADZIJDEZIE OMMEZIJDE

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1972 | | pagina 29