- 3 - Drie aspecten zullen in het oog worden gehouden 1dorpsvormen in horizontaal-morfologische zin (dorpsvormen- plattegronden) 2. uitbreiding en concentratie van bebouwing (interne orde ning) 3. dorpsvormen in traditionele vormen (geen recente uitbrei dingen) bWoning Waar te beginnen bij de nederzetting: woningen, flats, be drijfsgebouwen, erven, tuinen, kerken, wegen enz. Bij de woonplaats behoort het bijbehorend woongebied met daaraan functioneel verbonden landbouw-, recreatie- en andere cultuur gronden. Van Hoof heeft het zo pregnant mogelijk benaderd door te stellen, dat een werkelijk verantwoorde interpretatie van het karakter van een nederzetting vereist een voortdurende rekenschap geven van het leven in volle omvang van de betrok ken menselijke groepen. Je staat er nauwelijks bij stil dat de sociaal-economische aard van de dorpen helemaal niet los te maken is van de steden. Maar meer nog dat kwesties van politiek-juridische aard even zo goed vroeger als nu gegolden hebben: voorschriften ten aanzien van rooilijn, onderlinge afstand bebouwing van erven, etc. Om het weinig origineel te stellen het verleden werkt door. cFysische faktoren Op de fysische factoren zal niet verder worden ingegaan; mede door de dissertatie van Dekker is al vaker er op gewezen, dat op kreekruggen van oudsher de dorpen, de wegen, het bouwland en de boomgaarden zijn geconcentreerd. Op Goeree-Overflakkee lijkt het iets anders, omdat we op Goe- ree met duiiizandgronden te maken hebben en op Overflakkee met zandige en minder zandige jonge zeeklei. Op Schouwen-Duive- land is de toestand nog ingewikkelder, met als kleine eilan den Bommenee, Dreischor en Zonnemaire. Door bedijkingen aan elkaar gegroeid ontstond toch een geheel gewijzigd patroon. St.' Philipsland en Noord-Beveland zijn jong te noemen na de overstromingen van 1530. Walcheren en de Breede Watering, oude kernlanden, evenals gedeelten van Oost- en Zuid-Beve land, die na bedijkingen aaneengehechttoch nog het land van

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1972 | | pagina 9