- 13 -
JACKEL, H. Die Hauptgóttin des Istvaeen.
Zeitschrift für deutsche Philologi 24 (1892), biz. 289-304.
JENKINS, F. Nameless or Nehalennia.
Archaeologia Cantiana. Vol. LXX (1956)) biz. 192-200.
JOHANNEAU, E. Rapport lu a l'Académie Celtique.
Mém. de l'Academie Celtique. T.I. Paris, 1807. Biz. 177-180.
KALMEIJER, C.A. Nehalennia de leidsvrouvre.
Westerheem XXII (1973), 3, biz. 108-117.
KALMEIJER, C.A. A la recherche de Nehalennia, ofwel het myste
rie ontsluierd.
Westerheem XXI (1972), 2, blz. 63 - 78.
KANNEGIETER, C. Nehalennia; Lieve Vrouwe bij de Zee.
Zeeuws Tijdschrift 21 (1971), 3, blz. 73 - 76.
KAUFFMANN, F. Dea Nehalennia.
Herman Paul's und Wilhelm Braune's Beitrage zur Geschichte der
deutschen Sprache und Literatur 16 (1892), blz. 210-231.
KERN, H. Nehalennia.
Revue Celtique II (1873-1875), blz. 11-18.
LAET, J. DE. Nehalennia, Déesse Germanique ou Celtique.
Helinium XI (1971), 2, biz. 154-162.
LAMPEN O.F.M., F.W. Uit de oudste kerkelijke geschiedenis van
-Walcheren
Bijdragen voor de geschiedenis van het bisdom Haarlem 39
(1919), blz. 19.
LOUWE KOOIJMANS, L.P. De Nehalenniatempel te Colijnsplaat
onderzoeksmethode en vondstomstandigheden.
Deae Nehalenniae; gids bij de tentoonstelling enz. Middelburg/
Leiden,1971Blz. 11-12.
