- 2? -
GEHARREWAR IN HAMBURG
In aansluiting op dit bericht werd door Gedeputeerden van
Zeeland vermeld dat Rochussen zich vervolgens naar Hamburg
begeven had om aan de Resident (zeg Ned.Consul) Romer en
aan de Magistraat van die stad te verzoeken om zijn fregat,
prijs en goederen in bescherming te nemen, maar dat hem
moeilijkheden in de weg waren gelegd.
De Staten-Generaal, hiervan in kennis gesteld, besloten
toen, aan de Magistraat van Hamburg te verzoeken "om Rochus
in alles de behulpsame hant te bieden.en dat haer Hoogh
Mog. vervrachten dat de selve (dwz. de Hamburgers) haer
als neutrale ende onpartijdighe tegens den meer-genoemden
Isaacq Rochus, zijn Fregat ende Prijs, midtsgaders de Goede
ren daer inne geladen sullen gedragen, ende... effective be
letten dat d'Elve Stroom door d'Engelsche tot sijnen nadeel
gevioleert werde, op dat also dien-aengaende alle verwyde-
ringe die daer uyt tussen dese Staet ende hare Stadt soude
staen te rysen, voorgekomen mogen werden."
Op 31 October werd door de Staten-Generaal een missive
ontvangen van de Resident Romer "onder anderen van den toe-
stant van de Engelsche Oost-Indische Prijs, ende oock van de
bejegeningen van den Nemer Capiteyn Rochussen, ende des selfs
Reeders." Kennelijk was deze laatste dus uit Zeeland naar
Hamburg overgekomen om deze zaak in het reine te brengen en
eventuele aanspraken of tegenwerking van de Consul op te
vangen.
Maar op 2 november werd "Ontfangen een Missive van den
Heer Brasser, haer Hoogh Mog. extra-ordinaris Gedeputeerden
aen de Fursten van Brunswijck ende Lunenburgh, geschreven
tot Ebstorf (op de Lüneburger Heide, bez. Hamburg. v.B.)
den seven-en-twintighsten October laetstleden.dat... uyt
den Resident Romer verstaen hadde, dat den Wat-Convoyer
Jacobus Philips van Amsterdam, hem Resident hadde verlclaert,
dat tusschen Abraham van Pere, Reeder in 't Schip d'Een
dracht, by de welcke het Engelsche Oost-Indisch Schip de
Valck genomen was, ende den Capiteyn Isaacq Rochus het voor
noemde Schip d'Eendracht voerende, een merckelijcke parthye
Juweelen in presentie van hem Capiteyn Philips was verdeelt,
hoewel sy bleven ontkennen geene Juweelen uyt de voorsz.
Prijs Meester gheworden te zijn, het gene dan soude konnen
dienen tot informatie van de gene die sijne Hoogheyts inte-