- 36 - wordt: "deze heeft hen (de Israëlieten) uitgeleid, doende won deren en tekenen in het land van Egypte en in de Rode Zee en in de woestijn, veertig jaren". De tekstkeuze verantwoordt hij met de opmerking dat volgens veel geleerden in de oude tijd jaar diende om de gemiddelde leeftijd van een mens aan te duiden. Mozes is gedurende een mensenleeftijd de Leidsman en Wetgever van Israel geweest. Die gedachte legt Zeeman ten grondslag aan zijn toespraak: "Het hoog belang eener gedurende een mensenleven op dezelfde plaats voortgezette prediking des Christendoms in de Ned. Herv. Kerk". Typerend voor zijn modernistische opvatting is zijn visie op het ambt: "het komt mij voor dat in het algemeen de prediking van een praktisch christendom, de ontvouwing van christelijke beginselen, de aankweking van zedelijk reinheid, van wederzijd se liefde, van nederig vertrouwen en blijmoedige berusting voor het geluk en de welstand van onze medemensch een onloochenbare waarde heeft". Hij is zich bewust onorthodox te zijn geweest: "Ik heb dikwijls verkondigd wat U vreemd klonk of U ergerde omdat het afweek van de oude leer waarin gij waart opgevoed. Ik heb niet geschroomd om U de zwakheid aan te wijzen van de gronden waarop uw geloof rustte." Kwam het daardoor dat hij moest verklaren: "Ik was bereid steeds voor U te prediken al was het getal mijner hoorders maar zeer luttel"Bij begrafe nissen wees hij "op de ernst des levens en op de zaligheid die een wandel in liefde verleent". Dit alles is Zeeman niet door iedereen in dank afgenomen en verklaart de stichting van de gereformeerde Kerk in Zonnemaire in 1897. De opvolger van Zee man was ds Johannes de Leur (1905-1927). Hij was gematigd or thodox, wat er toe leidde dat in het begin van zijn komst vrijzinnige gemeenteleden apart kerk hielden in de Openbare Lagere School. Voor velen was het modernisme een zachte over gang naar de onkerkelijkheid, die in Zonnemaire vooral gevon den werd onder de aanzienlijken: grote boeren en middenstan ders In de tweede wereldoorlog werd Zonnemaire voor het over grote deel geëvacueerd, van februari 19^ -mei 19^5- Ook de toenmalige predikant ds P.N.Tonsbeek (19^1-19^8)In augustus 19H nam hij een kijkje in zijn gemeente en pastorie en zag welk een verwoesting muizen en ratten aanrichtten. In een rondschrijven aan zijn verstrooide gemeenteleden vertelt hij "Vooral in mijn boeken hadden ze geweldig huisgehouden".

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1974 | | pagina 38