-11.- den doot die god starf hem dat vergeven willen Ende dat ged(aan) soe sal de voirs. Cornells doen een pelerinage tsint Jacobs in Galissien ende niet weder binnen der heer- licheit van der veere comen eer hy den bedevairt voirs. ged.(aan)ende ter refectie vander stede vander veere bet(aald) heeft XX™ bar steéns m(unr) dat up die verbüernis- se van zyn rechter handt. Actum XXVIII dage in decembri A° LXXVII, presentibus etc. (metgezellen.kregen andere straffen). Als literatuur noem ik vooral E. van Cauwenbergh, Les Pèlerina-ges expiatoires et .judiciaires dans le droit communal de la Belgique au moyen age, Louvain, 1922, A. Hallema, 'Het Sacraal Karakter der straf in overgangstijd', Tsvoor Straf recht LXVIII (1959), 102-132 en C. Vogel, 'Le .pèlerinage péni- tentiel' in Pellegrinaggi e Culto dei Santi in Europa fino alla pfima crociata, Todi 1963kï vlg. Voorts vestig ik de aandacht op een boek van mijn hand. dat dit jaar bij Fibula-Van Dishoeck te Bussum zal verschijnen: Pelgrims tochten Christelijke bedevaarten gedurende de middeleeuwen waarinhoofdstuk VIII gewijd is aande opgelegde bédevaarten; in mijn proefschrift zal het hierboven behandelde ampel aan de orde komen, daar dat zal handelen over Middeleeuwse strafbede- vaarten vanuit de Nederlanden. J. van Herwaarden Nieuwerkerk a/d IJssel.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1974 | | pagina 13