- 7 -
correctie, hoewel er ongetwijfeld ook nog zoenverdragen tot stand
kwamen. Indien de bedevaart werd gedaan moest de delinquent bin
nen een dag vertrekken, hetgeen ook in Antwerpen gebruikelijk
was. Elders waren er Verschillende termijnen voor vertrek, varië
rend van' acht dagen tot een onbestemde tijd, te bepalen door ge-
laedeerden of stedelijke overheid. Vanuit het bedevaartsoord
moest een" bewijs worden meegenomen dat de bedevaart was gedaan.
Indien dat kon worden getoond, kon de delinquent weer in de ge
meenschap worden opgenomen mits ook aan eventuele andere strafbe
palingen was voldaan. Er is verband te ontdekken tussen de afstand
naar het bedevaartsoord en de zwaarte van het gepleegde delict:
voor ernstige delicten moest men verder reizen dan voor lichtere
vergrijpen. Ook in de afkoopsom is deze relatie duidelijk. Behalve
door schepenbanken konden bedevaarten ook worden opgelegd door
andererechtsinstellingen, Ik laat hierna twee gevallen in een
bijlage volgen waarin het Hof van Holland betrokken is geweest.
Ook andere hogère rechtsinstanties als de Raad van Vlaanderen of
het Parlement van Mechelen hebben wel eens bedevaarten opgelegd
al moet direkt worden aangetekend dat zaken voor deze rechtsin
stanties dikwijls hoger beroep betekenden, waarin de respectieve
hoven het vonnis van schepenbanken al dan niet bevestigden.
De Zeeuwse gegevens zijn door de heren H, Uil, L.J.Abelmann
en C. van Heel uit de archieven van Goes, Zierikzee en Reimers-
waal en uit de in druk verschenen rekeningen gedepouilleerd.
Hierbij zij aahge'tekend dat ook in de nog voorradige archi
valia van Veere bedevaarten zijn te vinden (waarvan ik hierna een
specimen laat volgen). Uit Aardenburg kwam een bericht dat in de
Aarüenburgse archivalia geen bedevaarten te vinden waren, hoewel
er in de uitgegeven bronnen over Aardenburg enige keren sprake is
van bedevaarten. Met Aardenburg wordt een plaats genoemd in Zee
land, die zelf doel is geweest van vele bedevaarders. Hetzelfde
geldt voor OLV in de Polder op Walcheren. Uit de hierna volgende
stukken blijkt dat;ook andere Zeeuwse kerken in vonnissen als be
devaartsoord worden genoemd.
De praktijk van opgelegde bedevaarten duurde voor onze landen
tot in de zestiende eeuw. Ha 1500 is er sprake van een zeer dui
delijke teruggang en het is nie.t onwaarschijnlijk aan te nemen
dat de kritiek binnen de Kerk op de bedevaarten en de Reformatie
een belangrijke rol hebben gespeeld in deze dalende tendens, al
moet niet uit het oog worden verloren, dat de bijna voortdurende
oorlogstoestand in Europa eveneens een verhindering tot reizen is
geweest. Ook de wijdere verspreiding van het Romeinse Recht heeft