-31- op zijn verzoek de beschikking kreeg over dit oude materi aal, op het belang waarvan Louis D. Petit in 1882 de aandaoht had gevestigd. Deze overdracht heeft helaas het gevolg ge had, dat de volledige collectie handschriften in haar oor spronkelijke vorm is verloren gegaan; ze is op de redactie in stukken geknipt en op fiches geplakt, om in het materi aal van het W.N.T. te worden opgenomen. In de archieven van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde herinnert al leen een kaartje met de mededeling "Vervallen, Opgenomen in het apparaat van het W.N.T." aan het bestaan van de oorspron kelijke stukken. 6) Wat de zeeuwse stukken betreft - in't bijzonder Kluit's Verzameling van Woorden op Walcheren in gebruik - zijn uit een correspondentie tussen H.M.Kesteloo en Louis D. Petit nog enkele bijzonderheden bekend, die het noteren waard zijn. De passage is te vinden in het voorwerk van Kesteloofs "Het Dialect van het platte land van Walche ren met uitzondering van Arnemuiden en Westkapel ie" 1917 in hs. berustend in de Prov.Biblv.Zeel and)Kesteloo, die bij Petit had geïnformeerd, wat er van het bewuste hand schrift was geworden, ontving daarop bij brief van 22 Dec. 1916 ten antwoord, dat het vóór ongeveer 30 jaar "(dus omstr. 1886) was afgestaan aan de redactie van het Wdb.Ned.Taal en dat deze het in strookjes had geknipt en in haar apparaat opgenomen. "De heer Petit voegt erbij, aldus Kesteloo: "Ik geef u gaarne de verzekering dat, als ik in dat jaar Biblio thecaris 7) was geweest, die afstand zeer waarschijnlijk niet zou plaats gehad hebben". Het oordeel van de bekwame bibliograaf, Louis D. Petit, die zich met zoveel aandacht over de originelen had gebogen is maatgevend. Alleen al om zijn historische waarde had het oudste dialectmateriaal, dat in Nederland met een wetenschappelijk doel was bijeen gebracht en bewerkt, gerespecteerd moeten worden en de op name in het W.N.T. moeten gebeuren op een wijze, die niet de vernietiging ervan meebracht. 6) aldus de secretaris W.N.T. dr. A.C. Crena de Jonge in zijn antwoord op mijn informatie, 6 febr. 1974). 7) Louis David Petit (1847-1918) was van 1879 tot aan zijn dood conservator van de Univ.Bibl. te Leiden; eerst in 1893 werd hij tot bibliothecaris der Maatsch.Ned.Letterk. benoemd.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1975 | | pagina 31