HET EERSTE ZEEUWSCHE TAALEIGEN
Over het Zeeuwsche Taaleigen,verschenen in het 2e stuk
aflevering) van De Jagers's Taalkundig Magazijn (blz.169-
174) is van de hand van mr.A.E. Sifflé 1801-1872)notaris
te Middelburg en Zeeuw geboren en getogen. Zijn liefhebbe
rijen zijn in de dertiger jaren vooral letterkundig gericht,
als (gelegenheids-) dichter en schrijver van meest vader
lands-historische drama's geniet hij locale vermaardheid,
maar ook in de kringen van Vaderlandsche Letteroefeningen
en de Muzenalmanak is hij geen onbekende. In de taalkundige
strijd van de dag had hij zich gemengd door de publicatie
van Verhandeling over de taalstelsels van Siegenbeek en
Bilderdijk (1827, die door het Letterkundig Genootschap
van Brugge werd bekroond. Op den duur echter zal hij zich
vooral keren tot journalistiek werk en daarmee in vlugschrif
ten en krantenartikelen de vurig-patriotische familietradi
tie, die hij van weerszijden had meegekregen, voortzetten.
Te samen met zijn vriend en geestverwant Daniël van Eek,
richt hij in 1848 het liberale oppositie-blad De Zeeuse Cou
rant op, waarvan hij later hoofdredacteur wordt. In deze
staalkaart van bezigheden past ook zijn incidentele aandacht
voor de streektaal: zoals in de loop van dit opstel zal blij
ken stammen veel van de dialectvorsers-uit-1iefhebberij uit
het liberale kamp, in Zeeland en elders,-al bewegen slechts
enkelen ervan zich in de actieve politiek. Voordat ik de
taalkundige kanten van Sifflé's bijdrage belicht, even iets
over zijn eigenaardige instelling t.a.v. zijn stof. Met an
deren van zijn tijd toont hij als stedeling en aristocraat
een duidelijke reserve t.o. "de hinderlijke platheden" van
het boerendialect en gaat liefst uit van termen "voor het
merendeel nog in de steden gebruikelijk". Typisch persoon
lijk echter is de verdedigende houding, die hij als Zeeuw
aanneemt tegenover de buitenwacht (alias "Hollandse" lezer).
Zo, in de opening van zijn artikel, de aantekening, dat "het
eigenlijke Zeeuwsch" in de steden en zeker in Middelburg
"meer en meer begint te verdwijnen" blz. 169 of-aan het slot
"dat, .vooral na het verbeterde onderwijs," zelfs de boere-
kinderen, "reeds bijna spreken als in de steden" blz. 179-
Verschanst achter deze en dergelijke stellingen kan hij,
zonder zichzelf en zijn geboortestreek te blameren, van zijn