-25- behoorlijk verpakt, aan het opgegeven adres verzonden. Dat ik geen bericht van goede ontvangst kreeg, verontruste mij niet, dat was ook bij vroegere gelegenheden niet gebeurd; ik nam aan, dat aan de uitgave werd gewerkt. Dat de afwer king langer op zich liet wachten dan gewoonlijk kon het ge volg zijn van vertragingen door vakanties van diverse instan ties en personen, die er mee te maken hadden. Ik moet erken nen, dat ik wel voornemens ben geweest ernaar te informeren, maar dat dit door "vakantiedruktes" mij door 't hoofd is ge gaan. Eerst na de terugkeer van drs. Kluiver kwam mij ter ore, dat aan het opgegeven adres het poststuk niet was aan gekomen. Nadere informatie ter plaatse leverde niets op. De enige mogelijkheid hoe onwaarschijnlijk ook was, dat het tussen Domburg en Goes is verloren gegaan.Een aanvraag hier omtrent is door mij ingevuld. Afwachten is nu het enige. Er zal nog wel wat tijd overheen gaan eer er antwoord komt. Uit de oorspronkelijke gegevens een nieuwe tekst samen te stellen blijft mogelijk. Maar het zou, bij alle vertraging die er al is, nu te veel tijd kosten. Waarbij nog komt, dat ik in mijn tekst verscheidene van de oorspronkelijke teke ningen, met de benamingen van onderdelen heb ingeplakt, die dus ook verloren zijn. Om bij deze teleurstellende gang van zaken U althans iets aan te bieden, dat mogelijk Uw belang stelling heeft, volgt hier een fragment uit een artikel over De ontwikkeling van het Dialectonderzoek in Zeeland in de negentiende eeuw, waaraan ik doende ben. H.C.M. Ghijsen. U|T; DE_ONTWIKKELING_VAN_HET_DIALECTONDERZOEK_IN ZEELAND_IN_DE_NEGENTIENDE_EEUW. 1835 H.C.M. Ghijsen 1875 Inleiding en voorspel. Gelijk bekend droeg het negentiende-eeuws dialectonderzoek hier te lande een overwegend delettantisch karakter. Men richtte zich daarbij in de eerste plaats op de woordenverza meling. En dit bijeenbrengen van termen uit de streektalen staat vooreerst geheel in dienst van de documentatie van het nederlands, waaruit dan op den duur de bestudering van de

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1975 | | pagina 25