-23- van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, af 120 (voorjaar 197*0 blz. 32-37. ZOUTELANDE JONKER, J. Zouteiande in de vooroorlogse jaren. Alphen aan den Rijn, 197*». REACTIES_VAN_DE_ZEEUWSE_ADEL_OP_DE_DgOD_VAN E'ï;Q5ï5_Yz. (door P.J. Feij. Hist.drs.) Dit artikel is een bewerking en aanvulling van de gelijk namige doctoraa1-scriptie. Zie verder de literatuurlijst. Er is door verscheidene geleerden aandacht geschonken aan de eerste jaren, die volgden op de dood van Floris V. (1). In dit artikel wordt uitsluitend de Zeeuwse adel in het onderzoek betrokken, wegens zijn bijzondere verhouding met de toen regerende Vlaamse graaf Guij van Dampierre, waar bij de kwestie Zeeland bewesten Schelde en enkele daarmee gepaard gaande moeilijkheden niet aan onze aandacht mogen ontsnappen. Ter oriëntering vermelden wij over deze kwestie slechts het volgende: Zeeland bewesten Schelde lag tussen de tegenwoordige Oosterschei de (toen nog Schelde genoemd) en de Honte en Hedens-ee. Zeeland beoosten Schelde (tussen Schelde en Bornisse in het noorden)was reeds lange tijd in het ongestoorde bezit van de graaf van Holland en blijft verder onbesproken. (2). In 1012 wist Boudewijn IV, graaf van Vlaanderen (988-1035) Zeeland bewesten Schelde met en kele andere gebieden van keizer Hendrik II in leen te ver krijgen. Het vormde voortaan een deel van Rijks-Vlaanderen Dekker neemt op bepaalde gronden aan dat er vanaf 1128 een 1eenverhouding ontstaan is tussen de Vlaamse graaf Diederik van de Elzas en de minderjarige graaf Diederik VI van Holland. (3). In 1167 was er nog geen gewone leenver- houding. Dat blijkt uit het feit dat door een verdrag, het verdrag van Brugge, de graven o.a. de inkomsten uit de eilanden eerlijk deelden. Er was dus sprake van een soort condominium. Pas in 1256 werd Zeeland bewesten Schelde een gewoon leen. De "soevereiniteit" van de Vlaamse graaf over dat gebied bleef van kracht. Gecompliceerd wordt de

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1975 | | pagina 23