halen en hun eigen vonnis vellen. Wolfert heeft vermoede
lijk gedacht dat het verstandig was, nu zo'n prijs op zijn
medewerking werd gesteld, het spel zo voorzichtig te spelen
o.a. door een aarzelende houding aan te nemen - dat hij
zonder argwaan te wekken langzamerhand een meer dominerende
rol gaat spelen. Waarschijnlijk heeft hij tenslotte op
een vuilaardige wijze de positie van Jan van Renesse als
hoofd van de grafelijke raad ernstig ondergraven. Volgens
de Procurator (18) moet in maart 1297 bij Vronen een slag
tegen de Westfriezen hebben plaatsgevonden. Van de kant
van Wolfert van Borsselen zou er verraad zijn gepleegd,
waar "de Hollanders" en in het bijzonder de Zeeuw Jan van
Renesse onder te lijden hebben gehad ondanks de behaalde
overwinning. Het lijkt er sterk op dat Wolfert toen al de
meerderheid van de Zeeuwse adel naar zijn hand kon zetten,
waardoor hij Jan van Renesse een loer kon draaien. Jan van
Renesse werd het voorwerp van verachting van de kant van
de graaf en naar Zeeland verbannen, hoewel hij zich dapper
gedragen zou hebben. Op 30 april 1297 is het dan zover, dat
Jan I Wolfert belooft in alles zijn raad te zullen volgen.
(19). Wolfert neemt de rol van geldschieter op zich de
graaf had geld gebrek door de langdurige strijd in het
noorden) met als onderpand: de renten en inkomsten in Hol
land en Zeeland. Graaf Jan bevond zich sindsdien bijzonder
vaak in Vere. (20). Eduard van Engeland heeft heel goed
ingezien, dat wie Wolfert van Borsselen op zijn hand had,
op den duur kon rekenen op de meerderheid van de Zeeuwse
adel. De oorzaken daarvan waren niet alleen gelegen in
diens positie als één van de machtigste Zeeuwse heren,
maar ook in diens persoonlijkheid en bestuurlijke kwali
teiten. Hij werd de organisator van het binnenlands be
stuur, ook liet hij het lijk van Floris V te Alkmaar bij
zetten. (21). Erg handig was het ook Jan van Renesse te
benoemen tot baljuw van Zuid-Holland. Deze schijnt zich
in zijn nieuwe, meer ondergeschikte rol geschikt te hebben.
Zijn capaciteiten op het gebied van de krijgskunde zijn
onloochenbaar. In listen en intriges echter, is hij dui
delijk de mindere van Wolfert. Hoe hij als bestuurder op
trad is onzeker; van Renesse is te kort baljuw geweest
om er iets zinnigs over te kunnen zeggen. Wij kunnen er
zeker van zijn dat Wolfert in de nieuwe constellatie ge-