-39-
Hoe is anders te verklaren dat Gillis zich in Vlaamse
dienst begeeft en Jan niet? Het is natuurlijk frustrerend
als je tot de belangrijkste vertegenwoordigers van de
Zeeuwsche adel behoort, altijd op de achtergrond te moeten
blijven. De Renesses en Borsselens waren de grote tegen
standers van Jan II en stonden nu min of meer buitenspel.
Wat lag meer voor de hand dan te pogen desnoods onder de
Henegouwer, een meer vooraanstaande plaats in te nemen?
Later zou Jan, toch nog de zijde van de Vlamingen gekozen
hebben! Hij maakt de indruk te kort te komen in persoon
lijkheid, politiek inzicht en dat beetje geluk te missen
dat onontbeerlijk is voor succes. Hij had natuurlijk in
politiek opzicht, de wind niet mee, want er was bijna nie
mand van zijn standgenoten die, als hij, de in wezen mach
tige Henegouwer wilde steunen. Ook later heeft het geluk
hem in de steek gelaten. Hij schijnt in 1323 in grote
schulden te zijn geraakt. (52). Zijn er nog andere Zeeuwse
heren op de hand van de Avesnes geweest? Het ligt voor
de hand allereerst Zuidbevelandse heren die we in de oor
konde vermeld zien, de revue te laten passeren. De indruk
wordt gewekt - vooral bevestigd door de Rijmkroniek - dat
daar een oppositie tegen de Vlaamsgezinde adel bestond.
Als eerste noemen we nogmaals Floris van Borsselen. Deze
werd in 1299 of 1300 verbannen en vestigde zich in Vlaan
deren. (53). Ook Hendrik Buffel, die bezittingen in de
buurt van Rilland en op Tholen had, is naar Vlaanderen
gevlucht. De Procurator (75) noemt Hendrik Buffet onder
degenen, die tijdens de Zeeuwse oorlog in 1304 gevangen
genomen werden en ter dood veroordeeld. Als fervent aan
hanger van Wolfert van Borsselen is hij in 1298 in bezit
gekomen van het ambacht Eikerzee (op Schouwen). (54).
Hendrik en Costijn van Renesse, broers van Jan van Renesse,
heren van Baarland, hebben natuurlijk de Vlaamse zijde
gekozen; ze onderwierpen zich pas op 24 juli 1307 aan graaf
Willem III. (55). De heren Jan en Gerard van de Maalstede
hadden bezittingen en een slot in Kapelle. Jan van Baars-
dorp had gelijknamige parochies ten zuidwesten van Goes in
bezit. De laatstgenoemde heren, behalve Jan van Baarsdorp
komen samen met anderen voor in een oorkonde, waarin ze
beloven borg te blijven voor Frank en Nicolaas van Borsselen,
zonen van Wolfert. Jan van Baarsdorp wordt als borg ge-