III. Een leven gewijd aan wetenschap (Betje Wolff en het geestelijk leven van de 18e eeuw alsmede de Zeeuwse dialecten) wil niet zeggen: zich onttrekken aan familie- en gezelschapsleven. Zij hield van muziek. In haar beschrijving van het Middelburg's Muziekleven in en om de Concert- en Gehoorzaal worden herinneringen opgehaald aan het tweedaagse muziekfeest te Middelburg in 190*1. "Den tweeden dag brengen koor en orkest enige korte nummers voor de pauze, het solisten kwartet geeft o.m. Brahm's "Spanisches Liederspiel". Doch na de pauze komt het hoogtepunt van dit feest en van de prestaties van solisten, koor en orkest, dat, gelijk steeds sinds 1898 op de "groote concerten", versterkt is door leden van het Arnhemsch orkest. Beethoven's negende Symphonie met slotkoor over Schiller's "Ode an de Freude" weerklinkt voor het eerst in Middelburg's concertzaal. Leven dig herinner ik mij, hoe wij allen vervuld waren van dit muziekfeest, hoe belang rijk niet alleen de repetities waren, maar alle voorbereidingen van feesttoilet ten, bloemen, hoe gewichtig wij jongeren het souper vonden, waarvoor de Socië teit "St. Joris" haar deuren had opengezet, hoe we ons in de knoop werkten met onze schoolrepetitiesdie we er toch onmogelijk bij konden waarnemen Na haar gymnasiumtijd haar studie in Leiden. Een tijd waaruit zij vriendin nen heeft behouden tot aan haar dood. Wij kunnen van Rika zelf zeggen wat zij schreef in de inleiding van haar proefschift: "Wie Betje Wolff geeft zonder haar vrienden, geeft haar slechts ten halve". Voor neven en nichten gold het zelfde. Geen beter getuigenis geeft de familiekrant bij haar vijf en vijftigste verjaardag: "Moeilijkheden op school, bezwaren in hun leven, conflicten in hun gemoedstoestand werden aan tante Rika voorgelegd. Altijd was ze bereid te hel pen. Haar oordeel werd op prijs gesteld. Immers men voelde, dat ze zich volkomen kon indenken in de psyche van kinderen en volwassenen. Ze gaf zich altijd ten vol le, geen moeite was haar te veel en tijd had ze steeds, wanneer steun en hulp gegeven moest worden. Nimmer klopte men te vergeefs bij haar aan". "Dapper vrouwenleven" heeft zij haar boek (195*0 genoemd dat een karakter- en levensbeeld geeft van Betje Wolff en Aagje Deken. Zij hoopte met dit werk "iets te hebben blootgelegd van de schatten, die in haar leefden, en die zij hebben uitgedragen, over de mislukkingen van haar tijd heen, naar volgende ge slachten, tot in onze dagen. Waarden van geestelijke vrijheid, van eerbied voor den medemens, van gemeenschapsbesefvan levens- en stervensmoed, die geen mens en geen tijd ontberen kan, zonder tot innerlijke chaos te vervallen".

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1976 | | pagina 5