IV.
Dit omvangrijke werk heeft haar arbeid aan het Woordenboek niet wezenlijk
onderbroken. Op 23 november 1964 - de dag na haar tachtigste verjaardag - werd
Rika Ghijsen gehuldigd met het verschijnen van het derde en laatste deel van
het Woordenboek. Dit feit is niet ongemerkt voorbijgegaan. Bij de aanbieding
van een speciale editie van het werk waren aanwezig de dragers van de Zeeuwse
culturele prijs - zijzelf had in 1957 als eerste deze prijs in ontvangst mo
gen nemen afgevaardigden van het Domburgse gemeentebestuur, het Zeeuwsch
Genootschap, de Soroptimistenc1ubde Vereniging van vrouwen met een acade
mische opleiding, de Vereniging voor Instrumentale Muziek, de Zeeuwse Vereni
ging voor Dialectonderzoek en om één naam te noemen mejK. van de Putte, die
toen dertig jaar had samengewerkt aan het Woordenboek.
Op 24 april 1965 werd in een vergadering van de Zeeuwse Vereniging voor dialect
onderzoek besloten tot samenwerking met de historisch-archeologische werkgroep
van het Zeeuwsch Genootschap om te komen tot een vorm van samenwerking ten
einde het taal- en heemkundig onderzoek in Zeeland voort te zetten.
In het Bulletin zouden de Mededelingen van de vereniging voor dialectonderzoek
worden opgenomen. Dit is zo gebleven tot en met deze aflevering van het Bulle
tin. Doctor Hendrika Catharina Maria Ghijsen heeft tot in haar twee en negen
tigste levensjaar aan de voortzetting van het dialectonderzoek gewerkt.
In de bijeenkomst van 23 november 1964 heeft dr. P.J. Meertens het als
bijzonderheid aangemerkt, dat zij de enige vrouw in het Nederlandse taalge
bied was (en is), die een dialectenwoordenboek heeft samengesteld. Hij noemde
het verder merkwaardig, dat het Woordenboek op de voorgrond treedt, omdat het
gehele Zeeuwse volksleven erin wordt weerspiegeld, met de feesten van het jaar,
het volksgeloof, klederdrachten e.d.
Meertens vermeldde verder, dat zij ondanks haar moeilijke en vele werk
voor het woordenboek, volledig aan het Zeeuwse wetenschappelijke en culturele
leven deelnam. Hij besloot zijn toespraak met de woorden: "U hebt een dapper
vrouwenleven geleid".
Aan haar vrienden heeft zij van haar gaven van hoofd en hart zo rijkelijk
uitgedeeld, dat wij ondanks de droefheid die ons hart vervult, bijzonder dank
baar zijn voor hetgeen zij heeft geschonken.
M. Pde Bruin.