26
MEDEDELINGEN VAN DE ZEEUWSE VERENIGING VOOR DIALECTONDERZOEK
LEDENTAL VERDRIEVOUDIGD.
Persoonlijke inspanning van enkele leden van onze Vereniging bereikte in korte tijd dit verheu
gend resultaat. Zouden er op soortgelijke wijze niet in alle delen van Zeeland en op Goeree-Over-
flakkee nog veel nieuwe leden te winnen zijn? Het is vaak niet moeilijk om bij streekbewoners be
langstelling te wekken voor hun min- of meer-verdwijnend dialect. Dat is ook gebleken uit de re
acties op berichten over ons werk, die in een paar streekbladen zijn verschenen. Daarin werd o.a.
gewaagd van de, voor het onderzoek, onmisbare
PRACTISCHE MEDEWERKING VAN UIT ELKE REGIO
Daarna kwamen honderden dialectwoorden en uitdrukkingen bij het Secretariaat binnen.
Aan alles, wat men zond en nog zendt, wordt stuk voor stuk de nodige aandacht besteed. Dan
blijkt soms. dat het bewuste reeds in het Woordenboek der Zeeuwse Dialecten voorkomt, maar
op een andere piaats dan waar de inzender het had gezocht. In die alfabetische lijst werden n.l. de
woorden opgenomen, zoals ze in Midden-Zeeland worden uitgesproken, vaak direct gevolgd door
de vorm of uitspraak in de andere streken; b.v. aessem, aossem. Bij totaal verschillend woordge
bruik wordt meestal naar die andere, ook alfabetisch geplaatste woorden verwezen. Maar wan
neer de afwijking niet zo groot is, en degeen, die zoekt, het op Walcheren gebruikte woord niet
kent, kan dat blijkbaar moeilijkheden opleveren; b.v. men vindt het woord „eegde" niet, dat o.a.
in Z.V.W. wordt gebezigd voor een eg.die elders „egge" heet, en in die vorm genoteerd staat in de
lijst. In kleine letters volgt dan ook „eegde". Intussen ontvangen wij liever te veel dan te weinig
materiaal":we zoeken het wel uit. Soms zegt men in een telefoongesprek:„Ik weet. nog wel van
alles, maar ik kan het niet opschrijven in dialect". Dan is ons antwoord „Het komt er niet op aan,
hoe U het spelt, schrijf het a.u.b. zoals U het uitspreekt, op Uw eigen manier; wij zetten het wel
om in de door ons gebruikte spelling, die ook maar op een bepaalde afspraak berust". Een bij
zonder effectieve manier om te helpen- en bij ondergetekende zeer welkom- is een persoonlijk
bezoek van dialectsprekers aan het Secretariaat. We hebben op dat gebied al eenaantaltrouwe
medewerkers, die herhaalde malen, de moeite namen, om met ons samen lange lijsten met woor
den en uitdi ukttingen te controleren, na te gaar. of in hun woonplaats een en ander op dezelfde
wijze werd gezegd,- en eventueel nu nog? Wat betreft dejongeregeneratie, lijkt ons geen veiliger
onderzoek mogelijk, dan zoals dat sinds kort wordt uitgevoerd:
IN SAMENWERKING MET NEERLANDICI VAN DIVERSE SCHOLEN
te weten: alle middelbare scholen (Atheneum.Havo), de beide Pedagogische Academies, enige
Mavo's en een enkele basisschool (Sint Philipsland). Ook de Rijksscholengemeenschap van
Goeree-Overflakkee doet hier aan mee. Na enige experimenten in April/Mei met leerlingen van
3e en 4e klassen Atheneum en Havo van „St. Eloy" in Oostburg, onder leiding van de leraar
A.C.Goossens (zelf geboren en getogen in Biervliet), kwam niet alleen duidelijk uit, dat woorden-
gebruik en uitspraak veelal van plaats tot plaats verschillend waren, maar soms was genoteerd';
dit zeggen alleen de protestanten. Ook kwam het voor, dat uit éénzelfde plaats onderling ver
schillende antwoorden gegeven werden. Daarna verzochten we, voortaan ook de plaats van
herkomst van Moeder of Vader te melden, indien dat niet de huidige woonplaats was. Het
resultaat was van dien aard, dat we meenden, nu ook op deze wijze, de aandacht te kunnen
vragen- in elke regio- voor de
GRAMMATICALE EN SYNTACTISCHE VERSCHIJNSELEN VAN HET EIGEN DIALECT