6
terwijl het oude uurwerk was versleten. Beide zijn in 1897 vervangen en ook heeft men toen een
vierde wijzerplaat aangebracht. De twee voorste ramen aan de Spuidamstraat zijn in 1849
dichtgemetseld, waarschijnlijk om meer kastruimte te krijgen.
Ook in deze eeuw is er aan het raadhuis verbouwd.De toenemende administratie deed de
behoefte aan meer ruimte ontstaan. Voor de berging van het archief vond men een uitweg door
de bouw van een archiefkluis onder de openbare lagere school in 1939. Deze ruimte was echter
dermate vochtig dat het archief hier onherstelbare schade heeft geleden. Voordien was de
handbrandspuit reeds overgebracht naar de kerk en heeft men het brandspuithuisje verbouwd
tot twee gevangeniscellen.
Het raadhuis zelf is in 1937 weer enigzins opgeknapt. De binnenmuren zijntoen af gebroken en op
een andere plaats weer opgemetseld, zodat men nu via de gang de raads-, tevens trouwzaal kon
betreden wat voordien alleen mogelijk was via de secretarie. Ook de trap is toen ver-
vangen.Hierna vervalt het gebouw weer snel. Er was een nijpend ruimtegebrek. Zo werd de raads
zaal tot in 1946 ook als distributiekantoor gebruikt en in 1958 erkenden burgemeester en wet
houders dat het gebouw een krot was. Er komen dan plannen voor nieuwbouw. Een eerder plan
voor verbetering in 1946 was te ondoelmatig en te duur bevonden. Men zoekt het nu in
nieuwbouw. De plannen voor een gemeentelijke herindeling, eerst een samengaan van Scherpe-
nisse en St. Maartensdijk en later van alle 7 gemeenten op het eiland Tholen, doorkruisen deze
echter. Wel heeft de gemeente de uit de dertiger jaren daterende stenen pui vervangen door een
lagere van oude stenen en heeft men in 1962 het oude torenuurwerk vervangen door een
electrisch uurwerk, terwijl de wijzerplaat toen is verlicht.
Kort voor de herindeling is er nog centrale verwarming aangelegd.
GEBRUIK VAN HET GEBOUW.
Het rechthuis was in de eerste plaats bedoeld als representatief onderdak van de vierschaar be
staande uit een baljuw en negen schepenen, die de rechtspraak beoefenden in criminele en civiele
zaken en de vrijwillige rechtspraak. Hier is de naam rechthuis van afkomstig. Ook de nog weinig
omvangrijke bestuurlijke aangelegenheden werden door dit college behandeld. De weeskamer
die zich bezig hield met de bezittingen van de minderjarige wezen zal eveneens in het gebouw
gevestigd zijn geweest. De Franse tijd bracht de scheiding der wetgevende, uitvoerende en
rechterlijke macht. De rechterlijke bevoegdheden v,an het dorpsbestuur vervielen toen. Tot de
herindeling van de gemeenten op Tholen in juli 1971 was het gebouw de zetel van de gemeente.
Het nog bestaande Cloveniersgilde heeft vermoedelijk van de stichting in 1594 af gebruik
gemaakt van de gildekamer op de verdieping van het raadhuis. In de dorpsrekeningen vinden we
in 1676 voor het eerst de gildekamer vermeld. De kamer was dat jaar ook verhuurd voor -.16.8.,
doch zou hierna niet meer zo goedkoop worden verhuurd. Ook in 1692 was deze ruimte die nog
de hele bovenverdieping besloeg, enige maanden verhuurd voor de opslag van een partij
koolzaad. De magistraat besluit hierna tot nader order hier geen granen meer op te slaan.
Intijdenvan nood is de gildekamer gebruikt als nood-onderkomen. Het Aardrijkskundig woor
denboek vermeldt dat in 1811 en 1812 te Scherpenisse een kwaadaardige ziekte heerste, welke
vele ingezetenen ten grave sleepte. De gildekamer is toen ingericht als tijdelijke ziekenzaal waar
lijders aan deze iekte werden verpleegd, door ook van elders komende geneesheren.
Tijdens de afbraak van de oude school en de bouw van de nieuwe in 1866 vonden de meesters en
de leerlingen er onderdak. In 1914 zijn een aantal Belgische vluchtelingen in de gildekamer
ondergebracht en werden nog vele doortrekkenden op het gemeentehuis van brood en koffie
voorzien. Naast de gildekamer is ook de zolder an het gebouw verhuurd geweest. Direkt na het
gereedkomen van het gebouw huurde de baljuw de zolder in 1596 en 1597. Het jaar hierna was de
luur niet mogelijk in verband met wacht houden. In 1609 en 1610 is deze ruimte weer verhuurd.
Later lezen we in de dorpsrekeningen dat er in 1622 een corps de garde (wachthuis) is gemaakt.
In de tijd dat het dorp bankroet dreigde te gaan, is ook de „stadhuiskamer" verhuurd, o.a. in
1660 voor de opslag van boekweit, nog in 1664 wordt de thesaurier gelast deze kamer het volgen
de jaar te verhuren. Ook later zijn nog delen van dit gebouw verhuurd. De kelder van het gebouw
gevatte een wel. In 1635 werd er een nieuwe wel aangelegd en een dorpspomp aangebracht,
vaarschijnlijk voor algemeen gebruik. Deze waterpomp schijnt niet zo'n succes te zijn geweest,
want reeds twintig jaar later betaalt Jan Schram 1.12.6 voor lood dat afkomstig is van deze