35
W estenschouwen
De correspondent R.O.B. J.Klepper meldde dat door dhr. Deurlo op het strand in de overblijfse
len van het verdwenen dorp Westerschouwen enige munten waren gevonden, waaronder een
gouden. Navraag bij dhr. Deurlo voor een nadere omschrijving van de munt is zonder responsum
gebleven. 2-5-1975 verrichtte dhr. B.Oele enkele opmetingen op het strand te Westenschouwen
(overblijfselen laat-middeleeuwse bewoning).
J.A.TR.
MONUMENTENNIEUWS
MONUMENTENWACHT ZEELAND
Zoals u mogelijk uit de persberichten vernomen zult hebben is in december 1975 de afdeling
Zeeland van de Stichting Monumentenwacht Nederland opgericht. De landelijke stichting, die
thans vijfjaren bestaat, stelt zich ten doel door het nemen van preventieve maatregelen het verval
van historisch belangrijke gebouwen-in het algemeen de beschermde monumenten-te
voorkomen. De preventieve maatregelen zijn primair gericht op het weren van regenwater;
daardoor alleen al kan veel onheil aan het monumentenbezit worden voorkomen en kan derhalve
geld worden bespaard. Restaureren is een kostbare zaak en de niet toereikende geldmiddelen
voor de monumentenzorg hebben tot gevolg dat vele restauraties noodgedwongen moeten
worden uitgesteld. Het ligt voor de hand, dat daardoor het verval van het Nederlandse
monumentenbezit verder toeneemt. Dit geldt echter niet alleen voor bouwwerken die aan een
"grote beurt" toe zijn, maar ook voor die, welke een kostbare restauratie achter de rug hebben.
De Monumentenwacht voorziet in die gevallen in de "nazorg" door regelmatig te inspecteren en
kleine reparaties te verrichtten. De aandacht richt zich vooral op daken,goten en belodingen.
Deze vormen de meest kwetsbare plaatsen van het gebouw.De inspectie geschiedt door twee vak
mensen, die met een speciaal daartoe ingerichte servicewegen, voorzien van bouwmaterialen en
gereedschappen, minstens driemaal per twee jaar de externe kant van de gebouwen nagaan en
kleine doch noodzakelijke reparaties direkt uitvoeren, zoals het rechtleggen van pannen, het
vastzetten van leien en nokvorsten en het schoonmaken van goten en afvoeren.
Geconstateerde grote gebreken worden doorgegeven aan de eigenaar of beheerder van het
gebouw, die dan zelf maatregelen kan laten treffen door b.v. een aannemer in te schakelen.
Inspectie blijft derhalve, hoofdzaak, maar uit economische overwegingen ligt het voor de hand
dat kleine mankementen die snel en met geringe moeite kunnen worden verholpen, door de
Monumentenwacht worden uitgevoerd. Van elke inspectie wordt een rapport in meervoud opge
maakt. Een exemplaar daarvan wordt de eigenaar (beheerder) toegezonden. Deze kan daaruit
opmaken wat er gedaan is en wat er nog dient te gebeuren. De ervaring heeft geleerd dat van de
geïnspecteerde gebouwen er niet één was, dat niet min of meer ernstige gebreken vertoonde. In de
parktijk is gebleken dat over het algemeen de eerste inspectie de meeste tijd vergt, steeds repara
ties met zich meebrengt en daardoor ook het kostbaarst is. Dit spreekt voor zichzelf want een
gebouw waarnaar één of meer jaren niet is omgekeken vertoont dikwijls gebreken. Bovendien
moet de monumentenwachter het gebouw leren kennen en dat koste enige tijd. Elke volgende in
spectie verloopt doorgaans aanzienlijk vlotter, ook omdat binnen het tijdsbestek van 8
maanden de gebreken normaal gesproken geen ernstige omvang kunnen hebben aangenomen.
In augustus 1976 werden de inspecties in Zeeland begonnen, welke uitgevoerd werden door de
Monumentenwacht Utrecht. Dit najaar zal de Zeeuwse Monumentenwacht (welke thans 180
abonnees heeft) zelf met een eigen bus, geschonken door het Prins Bemhard fonds, en eigen
Monumentenwachters van start gaan.
Wij hopen dat U met het bovenstaande een indruk gegeven te hebben van het werk van de
Monumentenwacht.