-25-
De Zelandïa illustrata kan slechts op afspraak tenminste één week tevoren worden ge
raadpleegd. Ook de toegankelijkheid van de handschriftenverzameling is niet ideaal.
De huidige inventaris op fiches Is een zeer gebrekkige ingang op het materiaal. Van
aanwinsten die in de eerste helft van deze eeuw door aankoop, schenking of legatering
nog regelmatig plaatsvonden is de laatste decennia nauwelijks sprake. Integendeel.
Er is zelfs een tendens tot het afstoten van onderdelen, zoals de schenking van de
collecties De Man, Lako en het Herbarium in 197^- Het motief voor deze schenkingen was
het behoud en de conservering, alsmede de geringe relevantie van deze verzamelingen
voor de provincie Zeeland. De nieuwe beheersvorm van 1961 heeft de mogelijkheid voor
het verkrijgen van aanwinsten niet vergroot. Werd vroeger meer gelet op de algemeen
wetenschappelijke waarde van schenkingen, thans wordt meer gelet op de waarde als te
exposeren voorwerp. Dit eenzijdig selectief beleid, m.n. t.a.v. archeologische voorwer
pen, heeft tot gevolg dat verzamelaars er van af zien hun collectie aan het Zeeuws
Museum of het Genootschap aan te bieden, tn het verleden is het voorgekomen dat de
directie van het Zeeuws Museum schenkingen weigerde wanneer deze niet aan de Museum
stichting maar aan het Genootschap werden gedaan. Het is voor ons de vraag of aan deze
handelwijze een eind is gekomen en of de kwalijke indruk die deze heeft gemaakt vol
doende is weggenomen.
Hoewel de werkgroep geen reden heeft optimistisch te zijn over voorstellen tot verbe
tering voelt zij zich krachtens haar doelstellingen toch verplicht een aantal middelen
tot verbetering aan te bevelen.
Zoals hierboven is geconstateerd is het beheer van de natuurhistorische onderdelen van
de verzameling niet ideaal. Uit de omzetting van het museum van het Genootschap tot
Zeeuws Museum, i.e. de omzetting van een algemeen wetenschappelijk en historisch museum
in een Zeeuws (historisch) Museum, zou men de consequentie moeten trekken de natuur
historische onderdelen van de verzameling onder te brengen in een natuurhistorisch
museum in deze provincie. In dat geval zou een goede conservatie gewaarborgd zijn. Ook
al is een dergelijke instelling niet op korte termijn te realiseren dan zou dit als
toekomstmogelijkheid opengehouden moeten worden en het afstoten van onderdelen van
genoemde verzameling dienen te worden vermeden. Het dwaze uitgangspunt dat slechts pre
paraten van in Zeeland voorkomende planten en dieren voor de verzameling van belang
zouden zijn dient nodig te worden verlaten. De berging van de niet permanent geëxpo
seerde onderdelen van de verzamelingen dient noodzakelijk te worden verbeterd. Mede
omdat bovenvermeld pakhuis binnen afzienbare tijd verkocht zal worden, verdient het
aanbeveling uit te zien naar een afdoende brandvrije en vochtvrije ruimte, die uit
sluitend voor de museumdirectie toegankelijk is en weinig risico voor inbraak biedt.
In dit verband valt te betreuren dat het oude museumgebouw niet als hulpdepot is aan
gehouden. Dit gebouw bevatte een aanzienlijke met steen overwelfde kelderruimte, ter
wijl ook elders gemakkelijk een brandvrije bergruimte te creëren zou zijn geweest.
Nu deze oplossing is vervallen is het niet eenvoudig een alternatief te vinden. Een
oplossing zou kunnen zijn bij overheidsinstellingen om onbenutte kelderruimte te ver
zoeken of deze in nieuwbouw in te passen. Wellicht is het mogelijk een centraal depot
te realiseren voor alle Zeeuwse musea en oudheidkamers.
Voor de Zelandia illustrata zou berging In het rijksarchief een goede oplossing zijn.
In dat geva! wordt aan eisen van brandveiligheid en klimaatbeheersing voldaan, terwijl
ook een betere berging van de prenten en tekeningen afzonderlijk kan worden gereali
seerd. Het aanleggen van een volledige fotodocumentatie zal de conservatie van de
verzameling ten goede komen, doordat het raadplegen van originelen minder vaak nood
zakelijk is. Wel zal in dit geval als eis moeten worden gesteld het gebruik van pennen
en ballpoints als schrijfmiddelen te verbieden. Een groot voordeel voor het onder
brengen van de Zelandia illustrata in het rijksarchief is bovendien dat deskundig be
heer gewaarborgd is.
De inventarisatie van de verzamelingen lijkt ons een zeer urgente zaak met het oog op
de hierboven in dit verband genoemde bezwaren. Inventarisatie zou - zoals bij meerdere
musea thans het geval is - kunnen worden verricht door werkloze kunsthistorici in
T.A.P. -verband, terwijl voor fotografie extra credieten zouden kunnen worden aange
vraagd. Behalve dat inventarisatie in geval van diefstal de opsporing vergemakkelijkt,
zou dit het gebruik van de verzamelingen voor onderzoeksdoeleinden zeer ten goede komen.
Ook een snellè inventarisatie van de handschriftenverzameling, die in de provinciale
bibliotheek berust, is zeer gewenst. Het verdient aanbeveling om uit deze verzameling
die onderdelen te lichten die organisch tot het oud-archief van het Genootschap behoren