die aan de komst van deze Lutherse ballingen herinneren.
Van oorsprong Duits,c.q.Oostenrijks taalgoed vermeldt zij
echter niet,tenzij we het op blz.29 genoemde lieberwille
"vrijwillig,uit vrije wil" als zodanig interpreteren.
Vanwege het germaanse tweede gedeelte van dit woord zou ik
voor het eerste deel niet aan een romaanse oorsprong (Fr.
libre) willen denken.Maar ik geef mijn mening graag voor
een betere.Zij zou eventueel versterkt kunnen worden,als
wij wisten dat het hier besproken woord vooral in Groede,
de voornaamste vestingsplaats van de Salzburgers,voorkomt
Overigens vermeldt Dr.Ghijsen in Wdb.Ze.Dial.540 bij het
woord liber "vrij" (alleen in de uitdr.vrie en liber en van
wege zijn spelling met enkele onmiskenbaar Romaans en La
tijns van uitzicht) geen enkele vindtplaats voor West-
Zeeuws-Vlaanderen
Als tweede punt van weerspiegeling van de historie in de
streektaal van West-Zeeuws-Vlaanderen zou ik enige uit
drukkingen willen bespreken,die naar mijn mening aan de lan
ge periode van Zeeuws-Vlaanderen als generaliteitsland her
inneren.Die periode is- het zij in alle openhartigheid ge
zegd - vanuit de instelling van de Noordelijke gezagsdragers
bezien een weinig gelukkige geweest.Bij mijn weten is in
Zeeuws-Vlaanderen,zoals in Noord-Brabant,het woord "winge
west" nooit gevallen,maar het bestaan van een dergelijke
aanduiding in geheel overeenkomstige gezagsverhoudingen
doet zonder meer vermoeden,dat de lange weg van Zeeuws-
Vlaanderen van generaliteitsland tot "deel van Nederland"
niet zonder gevoelens van weerstand en weerzin bij de bevol
king verlopen is.Een herinnering hieraan vinden we hoogst
waarschijnlijk terug in de uitdrukkingIe eid in d' ollanse
stront getrapt (blz.43) "hij is te gróóssig (verwaand) om
dialect te spreken."Zo iemand vereenzelvigde zich te sterk
met de Holladse gezagsdragers ("Hollands" in de letterlij
ke zin van het woord),die alleen al uit hoofde van hun
functie voorwendden de streektaal niet te verstaan en dus
ook niet te spreken.Helaas bleek een dergelijke houding in
dit land,getuige het verbijsterende gebeuren tijdens een
rechtszitting te Leeuwarden op 16 november 1951,zelfs in de
tweede helft van deze eeuw nog niet tot het verleden te
behoren. 6)
8