ontsloten heeft.Voor de typisch Vlaamse elementen verwijs
ik ter vergelijking naar Jozef Jacobs,Het Westvlaams van
de oudste tijden tot heden (Gron./Den Haag 1927),naar het
hierboven vermelde boek van Jean-Paul Sepieter en eventueel
ook naar Guido GezelleLoquela (3e drAmsterdam 1946).
De op blz.ll door mevrouw Van den Broecke vermelde herha
ling van het persoonlijk voornaamwoord is stellig Vlaams
van karakter.'k Gaon ik, 'k gaonekik, gao jegie? en derg.
vinden hun pararellen in Frans-Vlaanderen:
Wanneer hei je gy begun? Sepieter,Vlaemsch Leeren 85.
'K hen ik nooit geen rust in t heele jaere,id. 87.
De meervoudsvormen van het persoonlijk voornaamwoord wulder
julder en zulder zijn zeker Zeeuws (o.a.bekend in de dia
lecten van Kruiningen en Schouwen-Duiveland),maar het
naast julder eveneens gebruikte gulder (in het dialect van
Eede gèdreDial, in West-Ze.-Vla.20) doet weer denken aan
de Westvlaamse dialecten in België en Frankrijk.Jacobs
Westvl.286gie1)der en Sepietergyder (in Vlaemsch Leeren
meermalen vermeld) bevestigen dit.
Op blz.13 maakt de schrijfster melding van het nog vaak ge
bruikte gaon als hulpwerkwoord van de toekomende tijd i.p.v.
"zullen".Ook dit is eerder Vlaams dan Zeeuws.Voor Frans-
Vlaanderen vermeldt Sepieter het in de zin:Me gaen ze ekee
proeven (gezegd van flessen wijn: Vlaemsch Leeren 63)
Uit deze streek noteerde ik zelf nog op een propaganaplaat-
je voor het behoud van de oude Vlaamse molens:Me gaen uze
meulens niet laten doodvallen.
Daarentegen ontdekken we op blz.14 weer een typisch Zeeuws
aandoende vraagzin.'Oe moemenoe? "hoe moeten we nu?" is
voor mij geheel vergelijkbaar met het op Schouwen-Duiveland
zeer bekende: Wat emmenoe? "wat hebben we nu,wat is er aan
de hand?" Die overeenkomst tussen Schouwen-(Duiveland) en
het Land van Kadzand 3) treffen we aldaar ook aan in
deurdoen "doorwerken"uiteraard voor wat Noordelijk Zee
land betreft met weglating van de-n.Voortdoen (in ongeveer
dezelfde betekenis) is echter Vlaams van oorsprong.
Mijn vriend Frans van Coetsem,Oostvlaming uit Geraarsbergen,
thans hoogleraar aan de Cornell-universiteit te Ithaca
(New.York)zei altijd:Doe maar voort "Ga maar door". 4)
Voor de verleden-tijdsvormen van het werkwoord brengt mevr.
6