tegen het zich toen veel verder zuidwaarts uitstrekkende Scherpenisse en vermoedelijk genoemd naar de droogmaker. Door inundatie van een inlaag in 1645 is het poldertje van Scherpenisse losgeraakt en later waterstaatkundig bij het waterschap Poortvliet gevoegd.In burgelijke zaken bleef het tot in de Franse tijd met Scherpenisse verbonden. Geertruidapolder De Geertruidapolder- of St.Geertruidapolder is vermoedelijk door Anna van Bourgondie voor 1464 tegen Westkerke bedijkt. Het poldertje is hevig door de zee aangevallen,waardoor de lasten zo hoog werden,dat de polder in 1679 met het water schap Scherpenisse en Westkerke is verenigd.Enkele wielen (krommingen in de dijken)herinneren nog aan plaatsen waar dijkdoorbraken hebben plaats gevonden. Door de plaats van de polder aan een der einden van de Pluimpotwaar de schippers de brede Schelde op moesten zei len, is het aantrekkelijk te veronderstellen dat de polder is genoemd naar Gertrudis van Nijvel,die in 626 werd gebo ren. Ze versmaadde een vorstelijk huwelijk om te leven als bruid des Heren en trad met haar moeder in het klooster van St.Amandus te Nijvel.Op 21- jarige leeftijd werd zij tot abdis gekozen en stierf 33jaar cud in 659.Ze wordt aan geroepen tegen ratten en muizenplagen en is de patrones van van de reizigers.Voor men op reis toog,dronk men elkaar de St.Geerte-minne toe om een voorspoedige reis en een behou den terugkeer te krijgen.Ze is in deze streken niet geheel onbekend waarbij we denken aan de St.Geertruydtsbronne te Bergen op Zoom,van welke stad ze ook de patrones is. Wulpendal. De plaats van het legendarische Wulpendal (wulp of welp= jong van een dier) is niet precies bekend.De polder is ver moedelijk in 1443 bedijkt nabij het huidige Gorishoek. In 1508 is er nog sprake van de middeldijk (binnendijk) van Wulpendal,doch kort hierna zal de polder in 1509 voor goed verloren zijn gegaan.Ook Stavenisse is toen over stroomd en werd eerst 90 jaar later bedijkt. Pluimpotpolder De laatste gebiedsuitbreiding vond nog niet zo lang geleden 8

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1979 | | pagina 10