Regen en Zonneschijn.
De schrijver Adriaan Wissel debuteerde enige jaren geleden
met "Op 't Oekje",een boekje dat al snel was uiverkocht.
Zijn tweede werk "Rond het Krekepoldertje"genoot eveneens
veel belangstelling.Op advies en aandrang van kennissen
schreef Wissel in zijn 84ste levensjaar deze autobiografie.
In zijn voorwoord haalt hij de volgende versregels aan:
Scheen maar altijd door de zon
Dan geen plant die groeien kon!
Kwam er anders niets dan regen,
D'oogst op 't land viel bitter tegen!
Ook in 't leven moet er zijn:
Regen nü, dan zonneschijn!
Zonder hinderlijk zelf op de voorgrond te treden,vertelt de
schrijver uitvoerig zijn belevenissen thuis op de Kwakkel,
een gehuchtje tussen Terneuzen en Zaamslagevenals zijn avon
turen op school,waar deze schrandere leerling,afkomstig uit
een eenvoudig landarbeidersgezin,de aandacht van de onder
wijzer weet te trekken.Toen deze de ouders bezocht met de
bedoeling de jongen op de Normaalschool in Terneuzen te
plaatsen,verliep het gesprek daarover niet zo erg vlot.
"Het was vooral moeder die bezwaren maakte,zij "droeg de
beurs" en zei:Meesterik vind het erg mooi van je da je da
kom vragen,ma je weet net zo goed as wieder oe moeilijk het
is om zo'n bitje rond te kommen en uut de schuld te bluven"
en inderdaad ,dat wist meester Kusten. "En noe gaat ie van
't voorjaar wee wa mee verdienen en da kunn' wieder eigelijk
nie missen.Wa zeg jie,Vader?"
Na veel wikken en wegen werd het Terneuzen,waarmee het zoon
tje maar wat blij was.
Uigebreid en boeiend trekken de beelden van de jeugjaren aan
ons voorbijwaardoor we een duidelijk beeld krijgen van Ter
neuzen in het in het begin van deze eeuw.Als de jonge stu
dent dan in Terneuzen via kennissen een nieuwe jas op de kop
weet te tikken,voelt hij zich onwennig bij vreemden in huis.
"Ik nam toen op een wel wat stuntelige manier af scheidwaar
bij ik gelukkig toch niet vergat "Merci" te zeggen,het Fran
se dankwoord,dat toen nog gangbaar was".
28