op de tafel,dat de teiloren op de plavuizen in duzend stuk ken schervelden.Da kletteren maakt' hem duvels,hij grabbel de 'ne stoel vast en begon as 'n zot,wild en wist daarmee te zwieren,dat alles wat hij raakte in brokken en stukken vloog".In deze passage is Sjarel het treffends uitgebeeld: de onheilbrengende,de stukmakendedie alleen steunt op zijn geld.Vroeg hij immers niet in een eerste serieus gesprek aan Fons het totaalbedrag op diens spaarboekje?Die honderdvijf tig gulden vond hij te weinig.Als hij tenslotte toch toe stemming geeft voor het huwelijk"cenzen" geeft hij natuur lijk niet,glimlacht Lenie."Wat gaf zij om geld? Z' had Fons, die ze zo geern zag? Uit de lokalisatie van het verhaal is duidelijk op te maken dat dit zich afspeelt in de grensstreek van Oost-Zeeuwsch- Vlaanderen.Het Woordenboek der Zeeuwse Dialecten kent in die streek drie duidelijk van elkaar onderscheiden taalgroe pen; Land van Axel,Land van Hulst en de gehele grensstreek. Uit de citaten bleek overduidelijk dat de roman niet in het dialect van de grensstreek is geschreven,maar wel dat er typische uitdrukkingen uit die omgeving in zijn opgenomen. Vooral de passages in de directe rede staan soms er dicht bij de gesproken taal."Gij zou 1ne goë mens zijn,as ge dan altijd wilde,wa goed was",zegt Lenie.Ne glimlach trekt over 't gezicht van Fons.Hij weet wa ze bedoeltsmokkelen, da is niet goed.Schouderophalend zegt hij"Smokkelen,ee? Praat daar maar nie over zulle!" Lenie,roman uit het Zeeuws-Vlaamse grensleven,door J.L. Eggermont.N.V. Boekhandel "Helmond"Helmond,1937120 blad zijden. R.W. 31

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1979 | | pagina 33