Het ontstaan.
Van het huidige eiland Tholen zijn de oudste gebieden
Schakerloo,Poortvlietde Oudelandpolder van St.Maartensdijk
en Scherpenisse met Westkerke.
Vermoedelijk waren deze gronden,na de laatste transgressie
fase toen de zee zich in deze gebieden sterker deed gelden,
in de Karolingische tijd na 800 reeds bewoonbaarwat niet
inhoudt dat er ookbewoning was.
Dit oude kernland bestaande uit kreekruggronden,is door een
nieuwe transgressiefase in de 11de en 12de eeuw ernstig be
dreigd.Het zijn de stormvloeden uit deze periode geweest die
aanleiding waren tot het opwerpen van hoogten en de aanleg
van dijken.
De Annales Blandiniensis maken gewag van een grote storm
vloed in het jaar 1014„welke grote delen van de Vlaamse kust
heeft geteisterd en grote indruk maakte op de Gentse schrij
ver .Ongetwij feld heeft deze stormvloed ook voor Zeeland ge
volgen gehad.Een andere bron noemt Walcheren waar toen grote
verwoestingen zijn aangericht.
De bewoners van de niet door de zee weggeslagen ongedijkte
en ten dele gecultiveerde gronden reageerden hierop door
het opwerpen van kunstmatige hoogten van ca.l a 2 meter.
In deze tijd is er nog geen sprake van een aanééngesloten
reeks dijken.Wel is het waarschijnlijk dat men incidenteel
en plaatselijk dijkjes heeft opgeworpen en dammen en kreken
heeft gelegd.In de meeste gevallen zijn deze later in de
ringdijk opgenomen.
Na de stormvloeden uit de eerste helft van de 11de eeuw is
het een tijdlang rustig.De Zeeuwse edelen hadden toen alle
tijd om elkaar te bestrijden,zoals de Echternachtse monnik
Ekehard weet te melden.In de 12de eeuw slaat de zee opnieuw
toe.
Walcheren en Beveland worden in 1134 door het water getrof
fen. Waarschijnlijk zijn toen grote delen van Kattendijke,
Wemeldinge en Yerseke blijvend opgeruimd.Ongetwijfeld heeft
Scherpenisse toen ook zijn deel gehad.
De Scherpenissedam.
In tegenstelling tot de inbraakgeulen uit de vorige trans
gressiefase,die wij als kreekruggen kennen,liggen vele ero
siegeulen uit de laatste periode nog als lage kreekbeddingen
4