in het landschap,doordat ze zijn afgedamd voordat ze konden dichtslibben.Behalve hun ligging onderscheiden deze geulen zich door scherpe bochten,wat er op wijst dat het water met kracht dit gebied is binnengedrongen en dat ze niet lang open bleven liggen. Een deel van de grens tussen Scherpenisse en Westkerke,wel ke door de Ee wordt gevormd,is hiervan een duidelijk voor beeld. De bedding tussen de Molenweg en Platteweg is nog makkelijk terug te vinden.Het laatste deel van de Ee liep voor de herverkaveling in de richting van Schoondorp en droeg de typische naam van Spaart op Schoondorpe. Spoedig na zijn ontstaan is deze kreek bij het dorp Scher penisse van de Pluimpot gescheiden door een dam,welke ver moedelijk tussen de Langeweg en het Lenteplein lag. De naam Scherpenisse wordt in een oorkonde van 1285 genoemd. Een tweede erosiekreek in de Scherpenissepolder,de Molen vliet, liep eveneens vanuit de Pluimpot in de richting van het gehucht Westkerke.Op enige afstand van de tegenwoordige ringdijk ging deze lage kreekbedding over in een hoger ge legen stuk zanderige grond,welke alleen kan zijn als aanwas uit de Pluimpot voor een dam in de Molenvliet. De derde erosiekreek welke het dorp Poortvliet met de Pluim pot verbond,liep aan de noordzijde van de Scherpenissepolder. De polder werdt tegen deze inbraak beveiligd door de aanleg van een dijk waarvan delen zijn teruggevonden in de voet van de uit later tijd stammende dijk waarop nu de Provinci ale weg ligt.Het is aannemelijk dat de op een oude dijk liggende Langeweg,de dam in de Ee en de Molenvliet en de dijk aan de noordzijde in de 12de eeuw zijn opgeworpen als antwoord op de vloed van 1134. Scherpenisse en Westkerke waterstaatkundige eenheid. De techniek van de 12de eeuwse Zeeuw was inmiddels zover gevorderd,dat men zich niet meer behoefde te beperken tot de aanleg van plaatselijke kadedijkjes,hoewel zeker nog ge bruik werd gemaakt van de in het terrein aanwezige hoogten. Het grondverzet voor deze dijkjes,welke zeker niet hoger dan twee meter zijn geweest,was met de toenmalige primitieve hulpmiddelen mogelijk door de toename van de bevolking. Deze toename komt ook tot uiting in de stichting van een 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1979 | | pagina 7