de voor- en achtergevel trapgevels zijn,zijn voorzien van
horizontale zandstenen speklagen,en ontmoeten elkaar d.m.v.
op elkander gestapelde zandstenen hoekstenen.Onder her gehe
le pand is een grote kelder aanwezig met een gemetseld ge
welf van Utrechtse steen.De balklagen van de eerste en de
tweede verdieping zijn fraaie constructiesbestaande uit ei
kenhouten moer- en kinderbalken,waarop brede houten vloerde
len zijn aangebracht.Zowel op de begane grond als op de ver
dieping tegen de achtergevel bevinden zich mooie open origi
nele stookplaatsen.
In het Cohier van de 100ste penning op huizen en erven uit
1576 (de 100ste penning was een bijzondere geldheffing,die
werd aangewend ter voorziening in de dringende geldnood na
de afscheiding van Spanje) komen we het huis al tegen:
"Commende nu Inden Langendelft beginnende vanden houck van
den Wal. Thuys gent.De Morinne bewoont als huerder Gregory
gillisz. voor 15 10 sc.g.srs. Compt 2: 9: 0 8."
Eind 16de eeuw is tegen de achtergevel van het oorspronke
lijke huis een achterhuis gebouwd.Dit achterhuis had twee
stookplaatsen,waardoor het logisch is te veronderstellen
dat dit huis de kookfunctie van een schouw in het voorhuis
over moest nemen,en tevens tot huisvesting van personeel
diende.
We komen in 1601 als bewoner tegen ene mrLambrechtHet
huis heeft dan 6 haardstenen,inclusief het achterhuis.
In 1604 koopt Adriaen de Houwer, "cruynier", "De Morinne"
voor 1400 pond Vlaams van Gregori Gillis.Bij de telling
der haardsteden in 1606 (i.v.m. de belasting op de haard
steden,het zgn. haardstedengeld) blijkt het pand 8 haard
steden te bezitten.Het is niet duidelijk of in die tijd
het huidige pakhuisje al bestaat.
Guillaeme Casier koopt voor 1450 in 1620 het huis,bene
vens twee achterhuizen,van de weduwe van Lucas de Hemel.
"De Morinne" blijkt in die tijd nogal eens van eigenaat te
wisselen want in 1622 koopt de kruidenier Cornelis Symonss
het pand voor 1366 £.Ook het huis naast het tweede achter
huis (omschreven als "thuys op den wal") wordt in dat jaar
aangekocht,zodat een heel complex ontstaan is.
"De Morinne" was toen dus uitgebreid met drie achterliggende
gebouwen,wat ook blijkt uit de verbindingsdeuren tussen de
11