Twintig jaar na de samenvoeging met Scherpenisse maakt, in 1836 een storm een einde aan het geven van onderwijs te Westkerke.Van het uit één vertrek bestaande en met stro ge dekte gebouw scheurden toen de muren en kon het schoolgebouw niet meer gebruikt worden.Om te voorkomen dat het gebouw ge heel zou worden weggeroofdis het in 1841 voor afbraak ver kocht.Hoewel de opheffing voor een aantal raadsleden een moeilijk punt was,was men verder van oordeel dat men beter aan de school van Scherpenisse een tweede leerkracht zou kun nen benoemen,terwijl deze school met een kwartier lopen,zo wel 's zomers als 's winters makkelijk van uit Westkerke be reikbaar was. MOLEN Evenals het Hooge huys is de molen in 1327 door de graaf ver kocht .Vermoedelijk was deze molen een getijdewatermolen,wel- ke later plaats heeft moeten maken voor een standaardmolen op de St.Adriaansdijk tegenover de Westkerkseweg Het Molenwatereen restant van oude kreek tussen de hofstede Wulpdal en de plaats Westkerke herinnert vermoedelijk nog aan deze watermolen. In 1574 is er een geschil tussen Pier en Roel,beide mole naars.Een schepenakte van Scherpenisse vermeldt dan dat de laatste de gouden kroon moet betalen welke op de molen van Westkerke is gezet.Vermoedelijk ging dit geschil over een versiering. Een reden voor het teniet gaan van deze molen na 1700 zal de positie van de korenmolen te Scherpenisse zijn geweest, welke makkelijk bereikbaar was voor de afnemers in het gro tere dorp.Ook de bakkers waren hier gevestigd.Eveneens zal hebben meegespeeld de maalplicht van de bewoners van Scher penisse,waardoor deze gedwongen waren het koren op de molen van hun heer te laten malen.Zo wordt in 1681 aan Pieter van de Marct,molenaar te Westkerke die rond 1677 de molen te Scherpenisse pachtte,door de magistraat van Scherpenisse verboden aldaar meel te verkopen en moet hij zijn balans en gewichten binnen 24 uur weghalen. 21

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1979 | | pagina 23