Dekker(1971) op historische gronden overtuigend is aan getoond.De "motte-kastelen"- meestal niet meer dan een verdedigingstoren op een bergje met steile taluds en om- rigd door een gracht - kenden in een bepaalde periode van de kasteelgeschiedenis een grote verspreiding,o.a.in Noord-FrankrijkEngeland,Rijnland,Vlaanderen,Zuid-Holland Friesland en Noordwest-Duitsland. In Zeeland verschijnen zij,door factoren die waarschijnlijk met een moeilijker bewoonbaar zijn van het kustgebied samenhangen,betrekke lijk laat en moeten daar wel in verband gebracht worden met het ontstaan van de ambachtheerlijkheden.In bijna al le gevallen zullen de vroege ambachtsheren de oprichters en bezitters van de Zeeuwse werven zijn geweest,al kon in principe iedere grondheer een werf of een hofstede hebben zonder ambachtsheer te zijn.Waarschijnlijk bestaat er een direct verband tussen kernheuvel(terpje) en(kasteel)berg Onder andere Braat(1964) veronderstelt dat de kasteelheu vels zijn opgeworpen op de plaats van de voorvaderlijke, al of niet versterkte hoeve. In de 13e eeuw verliezen de werven - onder andere door wijziging van de krijgstechnieken - hun functie als ver dedigingswerk en wordt in een aantal gevallen een kasteel van "moderner" type in de nabijheid gebouwd.Ook hier mag men een relatie tussen de bewoners van de nieuwe kastelen en die van de werven aannemen.Voorbeelden zijn: Slot Maelstede te Kapelle,Hof van de Heren van Baarland te Baarland(vgl. afbeelding in de Nieuwe Croniek van Smalle- gange),slot Ravenstein te Kloetinge,voormalig kasteel en nog aanwezige berg te Nisse,de verdwenen Bolle bij het slot Haamstede,het kasteelterrein te Baarsdorp en de berg van Troye bij het voormalig kasteel van de Heren van Bors- sele te Borssele. ONDERDEEL LANDSCHAP Oit het voorgaande blijkt wel dat men de werven of "vluchtbergen" niet als afzonderlijke elementen in het Zeeuwse landschap moet zien,maar dat de omgeving er be slist bij hoort.Helaas zijn het niet alleen de bergjes die in de loop der jaren bij tientallen zijn vernieldmaar ook 20

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1979 | | pagina 22