toen beoogde,n.1.dat "de kinders en jonge jeugt in de vreeze des Heeren en alle zedige onderdanigheid gestigd onderwezen en bequaam gemaekt werden tot alle leerlingen waar aan de gemeente en ider in 't particulier(bijzonder) veel aangeleegen is".De schooltijden zijn dan 's morgens een uur later en de meester mocht niet roken of pruimen. Behoudens de zondagen,biddagen,Kerst,Paas-en Pinksterda gen was er nu tijdens de tarweoogst geen school. Beroepen die onverenigbaar waren met het ambt van school meester waren herbergierpachter van inning van provinci ale belastingen en het uitoefenen van handwerk waardoor de schooldienst zou worden belemmerd.Daarentegen mocht niemand anders de kinderen leren lezen,schrijven en cij feren. Als tegenprestatie ênving de meester £5.15.4 van de heer van Scherpenisse,terwijl uit de dorpsmiddelen £3.6.8 werd betaald voor de behoeftige leerlingen. De anderen betaalden de meester voor het leren lezen spellen,schrijven en cijferen respectievelijk 4,6 en 10 stuivers per maand.Schooljaren en klassen kende men toen nog niet.Alle leerlingen zaten in een vertrek en waren dus met verschillende vakken bezig.In de wintermaanden november t/m februari kon men ook de avondschool volgen van 5-7 uur,behalve op woensdag-en zaterdagavond wanneer er kerkdiensten waren.Het schoolgeld hiervoor bedroeg 12 stuivers,terwij 1 de leerlingen zelf voor het licht moes ten zorgen.De instructie van 1787 is nagenoeg gelijklui dend aan die van 1757. SCHOOLGEBOUW AAN DE LAGE MARKT De oudst bekende school heeft aan de Lage Markt gestaan nabij het gasthuis.De meester woonde in het zelfde ge bouw, waar vermoedelijk een kamer voor de school was be stemd. In de dorpsrekeningen van voor 1800 is zelden iets over het gebouw te vinden.In 1671 is het dak gerepareerd en in 1724 stopte de leidekkerdie het kerkdak herstelde, ook de gescheurde muren van de school.In 1742 besloot de magistraat de school met blauwe pannen te dekken in plaats van met stro.Waarom dit gebouw in 1801 is verlaten,is niet 36

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1979 | | pagina 38