De keuze van de burgemeesterdie in deze slechte tijd zonder inkomen zou zijn,was niet moeilijk. SCHOOLJEUGD IN 15X6 METER In de raadsnotulen van september 1826 komt de school weer ter sprake.De schoolmeubelen waren nu onderwerp van bespreking.Hoewel deze niet op "de nieuwe manier waren ingericht,vond de raad ze nog wel bruikbaar en voor het groter aantal leerlingen die 1s winters de lessen volgden,kon men de stoelen van de gildekamer op het gemeentehuis gebruiken.Kort hierna is het schoolge bouw aangekocht en verbouwd.Hierna volgden nog een kleine verbouwing in 1834 en een grotere in 1837. Het schoollokaal blijkt dan een afmeting te hebben van 15 bij 5.80 meter,waarin de gehele schoolgaande jeugd van Scherpenisse werd onderwezen.De onderwijzerswoning, welke een aantal jaren aan arbeiders was verhuurdomdat de onderwijzer een andere woning gebruikte,was toen der mate vervallen,dat de nieuwe meester J.Craaijo genoegen moest nemen met een in 1841 opgeknapte kamer.De overige vertrekken zouden in de komende jaren weer bewoonbaar worden gemaakt.De meester voelde er echter weinig voor, om zoals hij het zelf noemde,met de timmerman en de metselaar samen te wonen en stelde voor zelf een rente loos voorschot aan de gemeente te verstrekken om de wo ning in een keer geheel op te knappen.Hiervan is geen gebruik gemaakt omdat de gemeentesecretaris F.C.de Ca- sembroot een voorschot gafInmiddels was het schoollo kaal 's winters,wanneer er minder werk was en de werken de jeugd de school bezocht,weer te klein.In een aangren zend vertrek werd toen de laagste klas geplaatst. Het was echter nog steeds een éénmansschool ONVERWARMD De tweede school in de gemeente te Westkerke was door een storm in 1836 dermate gescheurd,dat deze zonder ge vaar niet meer gebruikt kon worden.Deze school is in 1841 opgeheven,omdat de raad van mening was dat de 38

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1979 | | pagina 40