10.'k Eje hewacht:ik heb je verwacht(W.;T.;SchZB ewacht).Ofl:'k haje gewacht. 11.'k Zal 'm wel 's achter z'n hêêren zitte(n)achter z'n (Z.B.;N.B.achter z'n gêêren:(W.;T.;Sch.;L.v.Ax. Z.V.W.Of1achter z'n ielen zitten (T. 12.'t Is mèr'n lucht schoofje(graanschoof):qerinqe op brengst, fig: weinig werk(W.;N.B.;T.;Sch.;L.v.Ax.;0fl. L.v.H.Z.V.W.;W..T.ook fig:,als 'n predikant niet diep genoeg inging op het Evangelie,speciaal bij de Gereformeerde bond.nSchóofje is op Flakkee:de tijd die nodig is om een akker van het ene tot het andere eind te wieden. 13Perrepluwupper:parachutist(schertsendZ.B.vanuit Amd) 14.'n Boon'ouwe:werktuig om bonen te "kappen"(W.;N.B.j Z.B.;T.;Sch.Of1boonhouwerboonouwèle (W. 15.Banieren:met grote stappen ergens nonchalant doorheen lopen. (nog:W. ;N. B. I.vAxLvHZB. ;T. ;Sch. ;Ofl. ZV.W)ookPajjeren:(ZV.W.AN:veel branie schoppen. Wat un banjerdlof banjerheeropschepperIe boendert(W.) 16.Hrieten:(eende)kroos,in sloten.(oud;T.:hrieten) qruit(Z.B.ruit (W.;Lv.Ax.ZV.W.Of1.grieten(Sch 17.Vjêêk:zeewier(nog:Z.B.;N.B.;T.;W.;Sch.;0fl.;L.v.H.;), meervêêken dan,als in andere gewesten:aanspoelsel dat bij eb langs de hoogwaterlijn op strand en dijken achter blijft.Klakkers:zeewier(Lv.AxZ.V.W. Klappers(N.B. 18Vjêêkoekhoek waar veel zeewier aanspoelt.o.anabij Nieuwdorp en Borssele. 19 .Daenetzojuist,daareven, (nog: Z.B. N.B. ;T. ,-W. ;L. v.Ax. Daernet:(Oflkdao(r)net(Z.V.W.;L.v.H..Daorsuust, of daorsuustekes:(grensstreek z.V.O.;). 20.1e eit de rui in z'n lief:hij heeft diarrhee.(Z.B. Maar meer:de rui in z'n qat:hij is erg rusteloos,onge durig, ook:ande_rui:(Ofl.k Bin an d'n dunnen:(N.B. of dinnen:nog:(Z.B.;W.;L.v.Ax.;T.;Sch.jOfl.;L.v.H. Z.V.W.)An de schiete:(T.Z.V.W.;)An de dinne schiete: (Z.B. 21.Ze mot verluchte(n)ze moet vermageren,(afnemen in gewicht).Z.V.W.;L.v.Ax.;Z.B.;W.jL.v.H.T.;Sch. 55

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1979 | | pagina 57