TOESPRAAK BIJ DE VIERING VAN HET DERDE LUSTRUM DOOR DE
VOORZITTER VAN DE WERKGROEP
Dames en heren,leden van de Werkgroep en genodigden.
In de 17e eeuw bestond ons land zoals U weet uit een
Statenbond,een bondgenootschap tussen de zeven provinci-
eën.Daarnaast was er echter ook nog een apart bondgenoot
schap tussen Holland en Zeeland,al sinds 1575.Dit verbond
is in de tijd van de Republiek steeds blijven bestaan en
in belangrijke zaken vond ook meestal vooroverleg plaats
tussen beide provincies.
Deze speciale band tussen Holland en Zeeland gaf pamflet
schrijvers aanleiding een vergelijking te trekken met een
huwelijk: aan het begin van de opstand hadden Holland en
Zeeland een huwelijk gesloten en de daarna bevrijde pro
vincies waren de kinderen daaruit gesproten.Met de plaats
van de man en de vrouw in het huwelijk wilden sommigen
ook de verhouding tussen Holland en Zeeland aangeven.
Holland was het hoofd van het gezin en de vrouw moest de
man onderdanig zijn volgens Hollandse pamfletschrijvers.
Zeeuwse auteurs kwamen daarentegen op voor de rechten
van de vrouw: zij mocht geen slavin of lustobject zijn
van de man en had terdege haar eigen rechten.Man en vrouw
moesten in gezamelijk overleg het gezin besturen-U ziet
dat onze Zeeuwse voorouders althans op het politieke
vlak voorstanders van emancipatie waren.
De tegenpartij merkte daarentegen schamper op dat in Zee
land de vrouwen blijkbaar de broek aan hebben!
Vandaag wou ik U op soortgelijke wijze de geschiedenis
van onze Werkgroep schetsen,als die van een van de oudste
kinderen van ons Moedergenootschap.U weet we werden in
1964 geboren en aan onze wieg stonden historici als
mr.T.Kannegieter,ir.J.A.-Trimpe Burger, ir.Niemeijer en
C.Postma.Het bleek een gezonde telg te zijn met al vroeg
een ruime belangstelling: documentatie betreffende arche
ologische objecten,onderzoek van de Poel,waar ruilverka
veling in aantocht was,een periodiek uitkomend levens
boekje onder de titel Bulletin van de Werkgroep Historie
en Archeologie,en een Encyclopedie die als vademecum voor
5